Het is elf
uur, mijn nachtdienst begint met de overdracht door mijn collega. We praten over onze terminale bewoner meneer Keizer. De hoogbejaarde man met
Alzheimer en ernstige COPD heeft het al
een aantal dagen zwaar. Hij heeft moeite met ademen en zit rechtop in zijn bed
om zijn longen zoveel mogelijk de ruimte te geven en zuurstof naar binnen te
halen.
Zijn eigen huisarts was die dag nog geweest en had de zoon van Keizer gezegd, dat dit sterfbed zijn lot was. De benauwdheid paste bij zijn ziekte. Er zou niet meer zoveel aan te doen zijn. Voor echte verlichting van de benauwdheid moest meneer Keizer naar het ziekenhuis. Sterven in een ziekenhuis was iets wat hij alleen in uiterste nood wilde. Al onze inspanningen waren er dus op gericht om hem in zijn eigen omgeving te kunnen laten sterven.
Zijn eigen huisarts was die dag nog geweest en had de zoon van Keizer gezegd, dat dit sterfbed zijn lot was. De benauwdheid paste bij zijn ziekte. Er zou niet meer zoveel aan te doen zijn. Voor echte verlichting van de benauwdheid moest meneer Keizer naar het ziekenhuis. Sterven in een ziekenhuis was iets wat hij alleen in uiterste nood wilde. Al onze inspanningen waren er dus op gericht om hem in zijn eigen omgeving te kunnen laten sterven.
Na mijn overdracht
besluit ik direct even polshoogte te gaan nemen; de vader, in ademnood,
stervend op zijn bed, drijfnat van het transpireren, met in zijn ogen paniek, had
niet meer genoeg adem om te spreken. Sterven was voor hem een echte strijd en zijn zoon, voorovergebogen met zijn handen in het haar, is vermoeid en
radeloos.
Kan dit niet
anders?.....was het enige wat ie me vroeg. Dat ga ik voor u vragen, verzekerde
ik hem, want na een paar minuten kijken naar de enorme strijd om
zuurstof was dat ook, wat ik me afvroeg.
De
assistente van de Doktersdienst Groningen hoorde mijn verhaal aan en verzekerde
me, dat er snel een arts zou komen. Binnen een half uur liet ik de huisarts en
zijn chauffeur binnen.
Toen ik me
aan de arts voorstelde, schoot even door me heen ”hij heeft wel iets weg van BA
, van The A team, zelfde forse postuur, kapsel en huidskleur.”
Grappig, uiterlijk schept een verwachting, maar in dit geval hoopte ik op iets heel anders dan een grote gekleurde vechtende man!
Grappig, uiterlijk schept een verwachting, maar in dit geval hoopte ik op iets heel anders dan een grote gekleurde vechtende man!
Ook de zoon
van meneer Keizer kijkt even verbaasd op als de Dokter hem een hand geeft.
Dan wendt de arts zich tot de ernstig benauwde oude man en verzekert
mij, dat ie het hem wat makkelijker kan maken. Kalm en rustig legt de
huisarts uit wat er gebeurt in het lichaam van deze oude man en wat hij er aan
kan doen, wat wij daarna kunnen verwachten en waar we op moeten letten. Ik krijg bemoedigende woorden en de oude
stervende man krijgt een verlossende injectie met medicatie, die ervoor zorgt
dat de benauwdheid een acceptabeler vorm aanneemt en de oude man eindelijk kan
rusten.
Eenmaal weer
op de gang wenst de dokter me sterkte en zegt ‘bel gerust weer, als je het niet
vertrouwt!’
Op de begane grond staat de chauffeur klaar, 'kom dokter,' roept hij naar de 3de verdieping, waar wij staan bovenaan de trap, ‘we moeten verder, er wacht een volgende patiënt op ons!’
Op de begane grond staat de chauffeur klaar, 'kom dokter,' roept hij naar de 3de verdieping, waar wij staan bovenaan de trap, ‘we moeten verder, er wacht een volgende patiënt op ons!’
Dokter
begint de tune van The A team te neuriën, tatata taa tata taaa, en zegt tegen
mij, wij zijn The A team! Hij is Face…..en ik ben B.A.!