Knopie
Nu moet dit verhaal eindelijk maar
eens verteld worden. Ik was een jonge dokter in een afgelegen dorp op de
zandgronden en het was een heel andere tijd. Maar de geschiedenis van
de oude Japsen en zijn kinderen heeft me nooit losgelaten. Ze hadden een
keuterboerderij achteraf en ze zaten elke zondag netjes op grootte in
de kerk. De drie dochters altijd even schichtig, de twee oudste zoons
net zo bonkig als hun vader, trots, koppig en sterk. De moeder was
vroeger in het kraambed doodgebloed, het nakomertje was nu een jaar of
tien. Hij werd meestal Knopie genoemd omdat hij ooit voor de klas
pontificaal zijn gulp open had staan. Knopie was een tenger ventje met
treurige ogen. Een aandoenlijk knulletje voor wie het vast niet meeviel
dat hij van zijn broers na school flink mee moest helpen met de varkens
en op de akker.
Op een dag kreeg ik bericht dat de
oude Japsen ziek was en of ik naar ze toe wilde komen. Het kostte me
meer dan een half uur over de rulle zandpaden van een gortdroge
zomeravond. Bij ontvangst stonden de dochters me op te wachten bij de
deur. Vader was aan het hoesten gegaan en lag al dagen met koorts. Hij
zag er ziek uit en was vermagerd. Toen ik hem nakeek bleek mijn
vermoeden juist, een flinke pneumonie. Dat was in die tijd een forse
diagnose, met een hoge mortaliteit. Ik vertelde ze maar niet van de
penicilline die in Nederland nog maar mondjesmaat beschikbaar was. Toen
ik de kamer met bedstee verliet zag ik Knopie bovenaan de trap staan.
Hij had een lelijk blauw oog en keek me uitdrukkingsloos aan. Ik stapte
met bezwaard gemoed in mijn auto, niet alleen vanwege Japsen, maar ook
vanwege Knopie. Natuurlijk kwam kindermishandeling in die dagen ook
voor, misschien nog wel meer dan nu, maar iedereen bemoeide zich met
zijn eigen zaken. Dokters ook, behalve als het echt uit de hand liep.
Japsen kwam goed door zijn
longontsteking heen. Hij bleef net zo koppig als altijd en ging door met
roken, ook al had ik hem gewaarschuwd. Velen van ons zagen toen al wel
de samenhang met longziekten.
De zomer ging voorbij in het dorp.
Roddels kwamen en gingen, er werd gehooid, er werd geoogst, de varkens
werden vetgemest voor de slacht. Alleen Japsen werd alsmaar magerder.
Pas eind september werd ik weer geroepen. Het was een gure nacht met
grauwe wolken die door de hemel joegen en de halve maan af en toe
verduisterden. Bij vlagen gutste de regen over mijn voorruit. Toen ik
aankwam was het al voorbij. Ik knikte naar de oudste dochter. Ze huilde
niet toen ze zijn ogen voorzichtig sloot. Ze had meer een blik van
berusting, misschien ook wel opluchting. God weet wat er zich onder dat
dak allemaal afspeelde. Ik wist niet of ze beter af zouden zijn onder de
heerschappij van de broers, nu vader er niet meer was. Ik wist wel dat
een boerderij zoals die van hun weinig toekomst had zonder sterke
mannenarmen.
Terwijl ik nog naar de graatmagere
Japsen stond te kijken klonk er buiten ineens een hels kabaal. Ik
haastte me naar de achterkant van de schuur. Daar trof ik de scene aan
die me mijn leven lang is bijgebleven. In het vale schijnsel van de maan
zag ik twee woedend krijsende zwijnen in gevecht met een verwilderde
boerenhond. Het ging om een stuk bot met flarden huid en vlees er nog
aan. De jongere broer sloeg met een schop in op de vechtende beesten, de
oudste keek op van zijn werk en bevroor toen hij me zag. Hij stond
naast het natte zand van een dichtgegooide kuil. De graafsporen van de
zwijnen en de hond waren duidelijk zichtbaar. Hij probeerde met bagger
en rommel van de mestvaalt de sporen uit te wissen. Ik heb geen woord
gezegd. Na verloop van tijd draaide ik me om en ging naar huis,
misselijk bij de gedachte dat het bot een menselijke ellepijp was.
De geruchten dat Knopie niet van
huis was weggelopen deden nog jaren de ronde in het dorp, waarschijnlijk
ook nog lang nadat ik naar een andere provincie was verhuisd. Ik heb me
sindsdien altijd afgevraagd wat er van de dochters terecht zou zijn
gekomen, alleen op de boerderij, hun broers in de gevangenis, als ik
gesproken had. Nu is het te laat, het is te lang geleden. Maar rust heb
ik nog niet gevonden.
Heb jij ook een verhaal voor onze bundel? Ga naar www.dewebschrijvers.nl
Heb jij ook een verhaal voor onze bundel? Ga naar www.dewebschrijvers.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten