dinsdag 17 januari 2012

Peter Middendorp

Donderdag 26 januari aanstaande is Peter Middendorp de gast van de Volksuniversiteit en dewebschrijvers.nl
In de Wolters Noordhoff zaal van de bibliotheek Groningen wordt Peter voor de pauze geïnterviewd door journalist en columniste Marijke Brouwer. Na de pauze is er een kort werkcollege, waar de toehoorders aan mee kunnen doen. Peter en Marijke reageren op werk van de deelnemers.
Het programma is onderdeel van het drieluik 'het schrijven van korte verhalen,'  maar kan ook afzonderlijk bezocht worden.
Iedereen is welkom, entree 7,50 Bibliotheekpas en deelnemers aan de webschrijvers.nl 5,-
Aanvang 19.30 uur.

Peter Middendorp (1971) publiceerde twee goed ontvangen romans, het tragikomische Noordeloos (2002) en het satirische Amateur (2005).
Hij schreef de korte verhalenbundel Eerst had ik een leuke vriendin en bundelde zijn columns en verhalen in Lange Poten, De Lachende Derde en Met de kennis van nu.
Zijn verhalen en reportages verschijnen in verschillende dag- en weekbladen, onder meer hp/De Tijd en Volkskrant Magazine.
Peter Middendorp is een rijzende ster aan het schrijvers firmament. Steeds meer mensen waarderen hem om zijn  scherpe columns, zijn humor en zijn relativeringsvermogen. Waar collega columnisten al snel zichzelf in zichzelf verliezen en hun literaire kracht aan ijdelheden ten gronde doen gaan, blijft Peter wekelijks hoge kwaliteit leveren voor de Volkskrant. Misschien dat de spreekwoordelijke Groninger nuchterheid in dit geval van toepassing is, hoewel Peter zelf met Henk Bleker als voorbeeld die spreekwoordelijkheid onmiddelijk van de hand zal wijzen.
Middendorp schrijft ook korte verhalen. Zijn bundel Eerst had ik een leuke vriendin past wonderwel bij het thema van de Boekenweek, Vriendschap en andere ongemakken, waar dewebschrijvers.nl dit voorjaar een schrijfproject over doet.    

Dit stond er in de kranten over Peter Middendorp:
 
‘De ene tergend precieze observatie na de andere – ik raakte overtuigd door de lach. Middendorp is als geen ander gekwalificeerd om de naaktheid van de mens te beschrijven. Hij is namelijk zelf ook naakt, en schroomt niet om dat zijn lezers te tonen.’ - Tommy Wieringa, De Pers

‘Hilarische ontmaskering van pers en politiek, niet zonder zelfspot.’ – de Volkskrant

‘Het werk van een Hollandse meester.’ – Bas Heijne, NRC Handelsblad

meer informatie over de andere hoor/werkcolleges lees je op www.dewebschrijvers.nl  in het Boekenweekproject onder 'programma'

woensdag 11 januari 2012

100 Verhalen In 3 Zinnen

Beste lezer,
De eerste honderd Verhalen In 3 Zinnen (VI3Z) zijn geschreven!
De 25 beste Verhalen gaan een rol spelen tijdens Het Groot Gronings Schrijvers Bal
op woensdagavond 14 maart in de Bibliotheek van Groningen. 
Wie wil, mag meebeslissen welke vijfentwintig verhalen dat zullen zijn.
Stuur een lijst met de (nummers van de ) beste 10 VI3Z naar
redactie@dewebschrijvers.nl en wij stellen vervolgens de top 25 samen.
Wij gaan ondertussen ook gewoon door met het verzamelen van 3 zinnenverhalen.
Succes met kiezen en plezier met lezen,

Kees Schrijvers,
redacteur www.dewebschrijvers.nl

100
Het was nota bene zijn eigen idee om de toch al zeer spannende relatie nog spannender te maken door elkaar een erotisch boek voor te lezen. Hij nestelde zich, met zijn hoofd in haar schoot, op de comfortabele bank. Hoewel ze echt haar best bleef doen op een zo opwindend mogelijke intonatie, begon het haar na een minuut of tien toch wel wat te irriteren dat ze steeds harder moest praten om boven zijn gesnurk uit te komen.
Sacha Landkroon
.
99
Na vijfentwintig jaar ziet ze er nog hetzelfde uit als toen.
Ik denk nog elke dag aan je, zegt ze.
Even aarzelt hij, dan zet hij zijn glas whisky op de bar en volgt haar. 
G.Helder.

98
Onvoorstelbaar schoon waste het wassende water de al vele malen gewassen kwasten voor de laatste maal gebruiksklaar. Waarna hij begon te schilderen, veeg na veeg, kwast na kwast, streep na streep. Hij verfde de vlakken, vlak na vlak, vrij van vegen en streeploos, onvoorstelbaar voorspelbaar.
Henk Landkroon

97
Hij trok de oranje TNT-jas onverschillig over de blauwe veren heen; het bleef ondanks de gewenning een vreemde combinatie die zelfs de makers van de schuinestreep-postbezorger reclame niet hadden kunnen verzinnen. In zichzelf mompelde hij: “Die verdomde bezuinigingen op de cultuur. Vroeger kon ik fulltime mijn droombaan uitoefenen, nu moet ik godbetert door het leven als Pino/postbezorger.”
Sacha Landkroon

96
Ik voel zijn ijsblauwe ogen dwars door de lens van zijn camera branden op mijn gezicht.
Speels gooi ik mijn hoofd achterover en lach ik mijn tanden stralend bloot.
Verwachtingsvol genietend van deze onschuldige verleiding, tot mijn tong uitdagend langs mijn bovenlip strijkt en daarbij stuit op de resten van het avondeten...verse spinazie.
Carolien Coerts

95
Voorzichtigheid was zijn levensmotto
Nooit zou hij oudejaarsnacht de straat op gaan
Ze gooiden de vuurwerkbom door het raam
K. ten Have 

94
Hij had het alsmaar koud.
Zijn vingers kon hij nauwelijks nog bewegen.
Ze strandden in haar krullend haar.
Kees Schrijvers 

93
Met een popquiz galmend op de achtergrond maken ze kennis op hun eerste date. Vera wil hem na een jaar verrassen met een t shirt van superman, maar het is vooral Stefan die haar verrast die avond. Kerst viert ze dit jaar met een gekneusd gezicht en een paars oog.
Janine Spoelman

92.
Het vrijwillige nachtwerk viel haar zwaar. De levende Jozef sleepte haar er liefdevol doorheen.
Nu ligt Maria levenloos in de Kerststal.
Koos Witteman

91.
’s Nachts was ze sowieso niet op haar best.
Zwanger zwervend op zoek naar een slaapplaats was ook niet haar ding.
Het ergste was, dat ze niet eens wist wie de dader was.
H. van der Geest

90.
Ik kan het, op het juiste moment... deze week al drie gedichten geschreven... maar die werden net iets langer!
Sanne Hiemstra

89.
Karin veegt de palmbladen van haar lichaam, slapen lukt niet in de zwarte nacht van de jungle.
De brulapen brullen, dan zal het wel ochtend zijn, de groep is ze kwijt en het oerwoud lijkt oneindig.
Toch is ze blij dat ze die viespeuk van een reisleider haar tent heeft uitgeschopt.
Janine Spoelman

88.
De geur van stro, zoet en droog, sneed haar geheugen af, het neusje door de spijlen werd gevet mest door haar Opa.
Mijn Kerstgedachte werd vertroebeld, de vertwijfeling omdat daar een geboorte heeft plaats gevonden, de dood in het schuurtje bleef zeuren.
Met opgetrokken poten lag het geplet in een pan te sudderen, niet wetende dat je een nieuw leven met een dood konijn kan vieren.
Cora Terlouw

87.
Ze gooide de lucifers achteloos op de grond nadat ze de kerstboom iets dichter naar het raam had geschoven en de gordijnen dicht getrokken. Ze keek even naar haar slapende echtgenoot op de bank, trok haar jas aan, verliet het huis en sloot alle deuren van buiten af. Dit jaar had ze echte kaarsen genomen.
Astrid Ottes

86.
De kerstboom is gelukt. De piek niet. Loerend kijkt hij me de hele avond al aan,en maakt me op die manier duidelijk dat hij behoorlijk scheef zit.
Annette Bierling

85.
De kat beet me in de coltrui. Ik heb het beest een lekker pak op z’n sodemieter gegeven. Die heeft zich nu boos onder het tafelkleed verstopt, zwiept met zijn staart en loert chagerijnig naar me.
Jan Veldman

84.
Eén voor één verwijderde ze de vrienden van Facebook die dit sociale medium niet gebruikten voor interactie maar als reclamemiddel. Het handjevol lezers dat overbleef las zwijgend al haar schrijfsels. Althans, dat hoopte ze.
Moniek Baars

83.
“De leeftijd waarop seks dwars door onze huid heen straalt hebben we volgens mij wel achter de rug”. Hij leunde achterover in de brasseriestoel die de laatste jaren te klein voor hem was geworden. Ik moest dit beeld heel gauw zien kwijt te raken.
Moniek Baars

82.
Het is al weer een tijd geleden dat ik echt hele stomme mensen heb ontmoet, bedacht ik op de fiets richting een lange uitgaansnacht. Enkele uren later kon ik bijgetankt en opgelucht ademhalen. De dronken studenten die ik in groten getale tegen was gekomen bevestigden maar weer eens dat collegegeld betalen geen garantie is voor intelligentie.
Moniek Baars

81.
Ze wist niet, dat hij echt op haar viel.
Volkomen veilig flirtte ze er op los.
Op het briefje stond, ‘nooit meer Aafke.’
P.v.Dijk

80.
Haar hoogtepunt beleefde ze op 14 jarige leeftijd. Het orgasme was haar onbekend.
Nu toont ze haar lichaam zonder vreugde.
V.v.d.Leur

79.
’s nachts schreef hij de mooiste zinnen. Hij kon er zelf geen touw  aan vastknopen. Nu hangt hij daar, alleen.
Kees Schrijvers

78.
De koning stampte met zijn gronddeel op de grond. Beneden viel de lamp naar beneden. Gorzelend haalde ze de splinters uit haar haar, bijna uitgegleden.
Annette Lemaire

77.
Zijn mannelijkheid stond stoer overeind. Het ding was groot en hard in mijn hand.
Was ik maar een man.
Sofie Wolters

76.
Ze bleef boven de Wc-pot hangen tot er alleen nog wat gal uitkwam. Daarna rookte ze in de kleedkamer een mentholsigaret, stiftte haar lippen opnieuw en schikte haar borsten in het strak leren korset, voor ze het trapje naar het podium beklom. Terwijl ze wijdbeens op de draaischijf plaatsnam en de eerste luikjes omhoog schoven, waarachter doorsnee mannen hun lunchpauze in stiekeme geilheid van enige spanning voorzagen, beloofde ze zichzelf dat dit écht de allerlaatste keer zou zijn.
Astrid Ottes

75.
Haar linkermondhoek bewoog onrustig op en neer.
De hele nacht zocht hij zenuwachtig naar de oorzaak van haar kwaal.
’s Morgens deed ze ontspannen haar gebit weer in.
H.van Driel


74.
Ze hadden de kerstboom opgetuigd, de kaarsen aangestoken en draaiden zoals ieder jaar ‘Christmas with Elvis’. Het verontrustte haar, toen hij met zijn biertje in een hoek van de bank ging zitten waar hij nooit zat en zijn gezicht een trouwe-honden-blik aannam. Ze nam plaats in de andere hoek, draaide het glas wijn rond in haar handen en probeerde het niet te horen toen hij zei dat ze maar uit elkaar moesten gaan.
Astrid Ottes

73.
Hij haalde diep adem voor hij de kamer binnenging, in de vaste overtuiging dat hij dit keer de moed had om de confrontatie aan te gaan. Ze zat op de grond, zich als een grote rode poes koesterend in de gloed van de warm flakkerende openhaard. ‘We nemen géén hond!’ zei hij.
Astrid Ottes

72.
Ze zei , ‘je bent de mooiste man in mijn leven’. Haar borsten bewezen haar gelijk.
Nu ben ik blut.
H.van Driel

71.
 Toen heb ik hem voor de eerste keer ontmoet was dat voor mij als bliksem slag.Zijn ogen,lippen en de lach -door dit was ik verloren voor langere tijd. Vandaag denk ik (wat heb ik in hem gezien???? ) de leugens?     
Margot Szatkowski.

70.
Harrie Berger was veertien toen hij in haar ogen keek en merkte hoe de grond onder zijn voeten verdween. Vijftig was hij, toen hij haar weer ontmoette, in haar ogen keek, haar omarmde en in zijn val de peilloos diepe afgrond in meesleepte. Toen het al te laat was, zag hij tot zijn opluchting dat zij hem allang weer had losgelaten.
Jo Willems

69.
Zijn afwezigheid lag als een ijskoude deken over haar schouders, die toch al te mager waren om de last van het verlies te kunnen dragen. Onder de kist zoemde het dreinende geluid van de koelinstallatie, dwars door de klanken van zijn geliefde Jacques Brel heen. Ze draaide de fles whisky open, in de verpletterende wetenschap dat ze niet de moed zou hebben om hem te volgen door zich dood te drinken.
Astrid Ottes

68.
'Hier uw half om half mevrouwtje,' een vrolijke grijns onder lichtblonde krullen.Op het aanrecht vist Irene met trillende handen, het gouden horloge en de ring van Willem, uit het gehakt. Kon ze haar geheugen maar resetten.
Janine Spoelman

67.
Hoelang zou hij het volhouden onder water, vraagt Rene zich benauwd af.
Hij sprong van de brug, achterna gezeten door zijn Italiaanse schoonfamilie.
Het was blijkbaar geen grapje, toen ze eisten dat hij met Fiore ging trouwen.
Janine  Spoelman

66.
Zijn ganse leven een hekel gehad aan de huisdieren van zijn geliefden, want: ” ze schijten de hele boel onder”. Tot gister, toen het koliek paard van zijn oudste lieve dochter na dagen op het randje plots begon te kakken. Hij kon wel janken bij het zien van zoveel mooie poep.
Eric de Groot

65.
Toen ik terugkwam was iedereen verdwenen. Als ze hadden geluisterd, was deze ramp niet gebeurd. Nu maar hopen op een Eva.
 Kees Zoethout

64.
“Hij schaatst vol aandacht richting Bartlehiem, heeft hij écht een vrouw onder het ijs gezien? Gjalt houdt ook bij het derde politieverhoor vol dat hij haar niet kent. Nynkes wachtwoord is kinderlijk eenvoudig te kraken, opgelucht wist hij ook het laatste bestand.”
Koen Schyvens

63.
“Wanneer ik de ferry naar Catembe opstap, zie ik dat M’bark de volle aandacht heeft van Angela. ‘Elf kinderen bij vier vrouwen en veertien kleinkinderen’ – dat heeft hij me zelf vorige week verteld. Ik zie aan Angela’s blik dat ik gauw opa zal worden.”
Koen Schyvens

62.
Grietje was verbaasd dat ik ook nog gevoelens had. Daardoor begreep ze opeens veel meer. Ze liet het toch maar zo
Rob Engelsman

61.
Hij geloofde in het huwelijk en wilde zijn belofte niet verbreken.
Zij nam het niet zo nauw met trouw tot in de dood.
‘Ik moest haar wel in mootjes hakken, meneer de rechter.’
KlaasWieringa

60.
De regisseur
Hij was de beste en maakte zich groter dan hij was.
Bij de honderdste actrice in zijn bed was hij een gevierd regisseur.
Artistieke vrijheid was het hoogste goed, tenslotte.
R. Bakker

59.
De proeverij was een groot succes. Tevreden namen de gasten afscheid.
Tot het eerste telefoontje uit het ziekenhuis kwam.
J.Verweij  

58.
De lange benen waren haar handelsmerk. Geen man kon er zijn ogen van afhouden.
Hups beweegt ze zich voort in de rollator.
Cees Witkamp

57.
De regisseur beklom zijn steractrice met grote gretigheid.
Heel even speelde zij een hoofdrol in zijn one man show.
Gelukkig kwam hij snel….. tot zichzelf.
Evert Winkel

56.
Radeloos lag hennie knottnerus in het doornenstruikgewas.
Hij kon zich niet meer bewegen, omdat hij bij elke poging eruit te komen ergens op zijn lijf een stukje vel, lip of haar scheurde. Om hem heen stonden diverse burgers achter een barbecue, terwijl weddenschappen werden ingezet, worsten gebraden en cola verkocht.
Karl Huisman

55.
De Punicabroertjes
Ze noemden hen de Punicabroertjes.
Omdat de één z'n lul tot op de bodem van een punicafles kwam, en die van de ander niet door de flesopening paste.
Ik was in die tijd meer met Grolsch beugelflessen in de weer.
Marc van der Holst

54.
Het is nu de tiende keer dat Eef een afspraak heeft met haar eenenvijftig-jarige psychotherapeut Frans.
Ze doet met veel tegenzin de zware antieke deur open.
Hopelijk blijft het deze keer bij een gesprek.
Janine Spoelman

53.
Twitter
Veel volgers had ze niet.
‘Retweet mijn verhaal,’ smeekte ze met passie.
Toch was ze al dood, toen de politie haar vond.
Kees Schrijvers

52.
Herfstblad
Meestal laat ik ’s nachts en in het weekend het raam van mijn werkkamer bij de Faculteit Economie en Bedrijfskunde op het Zerniketerrein op een kier open staan; zo ook vorige week. Vandaag kwam ik erachter dat er een eikenblad naar binnen is gewaaid, terwijl er geen bomen vlak voor mijn raam staan. Het is een echt herfstblad, bruin, knapperig, gekruld en bemodderd: ik zal hem bewaren om tijdens de lange, strenge winter die ons te wachten staat af en toe terug te denken aan deze mooie, zonnige en af en toe zelfs warme herfst.
Karin Prins

51Sprookje.
Er waren eens een prinses en een pizzabezorger. Terwijl zij gevangen zat overwon hij de boze tovenaar. En ze leefden nog lang en gelukkig.
Michiel Boekschoten

50.
In therapie.
Nora was bang dat ze te dik werd en at niet meer. Zus Ria kon kiezen uit vele therapeuten. Uiteindelijk viel haar keus op Magere Hein.
Michiel Boekschoten

49.
Grote vriend
Er was een circus in de stad. Tobias maakte de oude olifant Knar net op tijd wakker voor zijn optreden. Knar hielp als dank zijn vriendje in de tuin met bladblazen en Papa was blij.
Michiel Boekschoten

48.
Met elke stap die Bart zette, voelde hij de hitte op zijn rug afnemen.
Een laatste blik achterom, de vlammen sloegen uit de boerderij.
Het spreekwoord; 'schepen achter zich verbranden,' had hij wel heel letterlijk genomen.
Janine Spoelman

47.
'Achteraf weet je altijd alles beter,' zegt Harm fel en vloekend, terwijl hij onder de douche zijn huid schrobt.
Had ik nou maar gewoon naar mijn psychiater geluisterd en mijn medicijnen genomen.
Dan lag mijn lieve Evelien nu niet onder de grond.
Janine Spoelman

46
Het was op een warme dag, toen zij werd doodgeschoten.
Iedereen was verbaasd, niemand snapte het.
Alleen... Hij... leefde nog lang en gelukkig!
Mirjam ten Have

45.
In gestrekte draf kwam hij van zijn verre buitenverblijf naar de plaats des onheil. Hij zag de verwoestingen, de gebreken, de stervenden en het gemis aan toekomst. Hij overwon zijn weerzin en zette zich aan het hoofd van de troepen op weg naar een onvergetelijke triomf.
P.Keizer

44.
Haar zwarte ogen boordde zich in de zijne. Het juichend orgasme draagt hij jaren bij zich als een diamant. Een eeuwig geluk, als zij zijn moeder niet was geweest.
Karel ten Haaf

43.
Zijn huid is grauw, en misschien was dat het al, maar nu mist zijn gelaat elke expressie. Hij hangt scheefgezakt in een stoel, zo’n goedkope blauwleren, en zijn hoofd leunt op de borst.
Door zijn dunne grijze haren is een bloedwond zichtbaar, het bloed heeft zich vermengd met de haren en is bijna opgedroogd.
Fieke Gosselaar

42.
Ongeveer halverwege tussen Zwolle en Amersfoort stond hij op om naar het treintoilet te gaan. Toen hij ruim voor Amersfoort terugkwam, was zijn vrouw verdwenen. Alleen haar tas, haar jas en het boek dat ze aan het lezen was, waren achtergebleven.
René Appel

41.
Geruisloos werd de sleutel in het slot omgedraaid.
Tergend langzaam piepte de deur open, iiiiiiiiiiih…
Even later, bijna onhoorbaar, klikte de deur weer dicht.
Jan Sleumer

40.
Vergaan lijkt de wereld, al het moois dat eens het blikveld vulde is niet meer.
Mensen hun wegen gescheiden, niets dat iemand doet verlangen in het vooruitzicht.
Een wereld die men bewandelt als een loopband, waar lijkt men heen te gaan als het dichte vocht daalt?
Jaap Harders.

39.
Zodra wij in de koele schemer van de gang stonden, trok ik haar in mijn armen en zocht haar mond. Die was gulzig warm en nat en toch zo fris als de ochtenddauw. Ik kon niet meer ophouden haar te kussen, terwijl mijn handen onder haar jurk tastten en ik voelde hoe zij de eindeloze knopenrij van mijn soutane langsging om mij uit mijn harnas te bevrijden.
Astrid Ottes

38.
Het bloed stroomt waar het vroeger kruipen moest. Hij lacht om zijn zucht.
Kerst dit jaar weer met ouderwetse tegenzin gevuld.
Jelle Bunning.

37.
Hard reed ik, al zag ik door de mist amper een streep op het wegdek. “Het is nu of nooit,” had ze gezegd. John Deere zette een punt achter mijn hunkeren.
Dirk van Weerden.

36.
Verguld van trots bekeek hij zijn naam op de lijst. Jaar in jaar uit was hij niet door de selectieprocedure gekomen, maar nu zou zijn droom uitkomen. De volgende dag was hij voorpaginanieuws: paard overlijdt tijdens intocht Sinterklaas.
Tine Noorda

35.
De hoer ontving me met open armen en benen. Het was geheim, maar mijn vrouw ontdekte het. Nu ben ik alleen en is stiekem niet lekker meer.
Dick Bos

34
Beste meneer van Dam, ik heb gehoord dat de klasse-wedstrijd "het Beste Idee Van Nederland" is gewonnen door een zeg maar bruin kind op school bij mijn Jannie in de klas.
Ik vind dat niet helemaal de bedoeling, zo is het toch niet VAN Holland, maar DANKZIJ Nederland, je moet wel op je taal letten, eerlijk is eerlijk.
Misschien kan Jannie nog een kans krijgen bij "het Beste Idee VAN Nederland", tot ziens bij het bijbellezen maandag. Ans de Wit van Elsschot.
Eric de Groot

33.
De zon schijnt,het graan wuift, de wind speelt verstoppertje en er is niemand, die haar verbiedt om de liefste te zijn. De zoete rode wijn doet geroutineerd het troostend werk; geen God of geliefde, die haar overtreffen kan. Hoofd en hart slopen haar slapend verzonnen evenwicht. Kees Schrijvers

32.
Zijn vingertoppen gleden tergend langzaam over haar heupen, langs de binnenkant van haar dijen,via haar venusheuvel naar de zich ontluikende roos van haar geslacht.
Als hij het nou maar niet zou zeggen, dacht ze nog. Hij keek op: ‘Doe ik het goed?’
Astrid Ottes

31.
Ze liet de hand van de jonge vrouw langzaam uit de hare glijden, haar hart wild kloppend maar haar hoofd in triomf. Ze schikte haar sjaal met een elegant gebaar om haar hals en wenste de man die ze innig liefhad veel geluk met zijn nieuwe vriendin. ‘Liefde is ook loslaten’, dacht ze, terwijl ze heupwiegend het café verliet. Astrid Ottes

30.
Met de komst van haar oom en tante in het huis, veranderde alles in haar jonge leventje. Ze luisterde naar de opgewonden stemmen die het huis vulden, terwijl het verdriet en de woede haar steeds verder verlamde. Hoe meedogenloos was de kou van de tegelvloer tegen haar billen, toen ze zich langzaam liet zakken in het donker.
Astrid Ottes

29.
 ‘Ik vind prei anders een hele nette groente.’ Hij draaide de borden zo, dat zijn gehaktbal aan de rechterkant lag en de hare er precies tegenover. Ze wist toen al dat het niets zou worden met hem. Astrid Ottes

28.
Je stak precies vijf seconden te vroeg de weg over. Een bus is voor niemand te verslaan. In een lege straat hoorde je niets behalve “nee” en het blaffen van je beste vriend.
Sacha  Landkroon

27.
Je kon het ook niet weten, vriend, toen je die film ging kijken over die man die mensen hun ogen uit de kassen peuterde omdat hij veel te nare dingen had gezien. Nog die zelfde avond, vriend, stond je huilend in de gang, omdat je zelf veel te nare dingen had gezien. Als die oude man maanden later had kunnen horen hoe je nog altijd liever niet praatte over dat wat je zag die nacht, was hij opgestaan om je te troosten, maar dat kon hij niet weten, want hij lag in de kist waartegen je praatte. Sacha  Landkroon

26.
Alice zag op de dag dat ze haar baby'tje voor het eerst in haar armen hield al helemaal voor zich hoe  ze, ooit op een dag, dit kleine schepseltje zou zien trouwen en hoe ze een lieve oma zou zijn voor de kinderen die zij zou voortbrengen. Het wonderland dat Alice voor zich had gezien, veranderde op een dag in een boze droom vol doktoren en operatiekamers. Toen ze wakker werd, vond ze zich terug boven een doos vol met foto's en merkte ze dat zij was wat niemand wil zijn: moeder van een ten prooi gevallen kindje.
Sacha  Landkroon

25.
Je kunt het wit noemen en licht, en proberen de lucht van zwavel niet te ruiken. Of er poëzie over schrijven en net doen alsof je er niets van geweten hebt. Of beter nog: je kunt geen enkel idee hebben dat je in de hel leeft, omdat je er bent geboren.
Sacha  Landkroon

24.
Op de brug in de stad treft een bom drie ongelukkige mannen. Hij die tien seconden later kwam, heeft geluk. Deze drie zinnen getuigen jaren later nog van het fortuin dat hem ten deel viel.
Sacha  Landkroon


23.
Iedereen kon zien dat ze helemaal niet zat te wachten op avances. Alleen hij die met zijn hoofd vol woorden leefde, zag het niet. Hij bleef stug volharden in zijn onbewuste ambitie zich zo belachelijk mogelijk te maken.
Sacha  Landkroon

22.
Ik zie nog voor me hoe papa me op de parkeerplaats dropte die middag in oktober, die middag vol verkleurende bladeren waarop ik absoluut niet naar cursus wilde omdat ik dacht daar geestelijk gemarteld te worden. Ik zie nog voor me hoe ik jou voor het eerst zag en wilde dat de cursus die middag vol verkleurende bladeren in oktober nooit op zou houden. Ik zie nog altijd voor me hoe jij als eerste het geleerde in praktijk bracht, een baan vond in een stad ver van hier en hoe ik je in de jaren die volgden nooit meer zou zien.
Sacha  Landkroon

21.
De man in de auto zag de afgrond dichterbij komen. Op het laatste moment dacht hij aan zijn vrouw. Hij zou snel bij haar zijn.'
Groetjes, Aziza Zijlstra

20.
De ogen van de automobilist staarden over de lange weg zonder veel te zien. Toen de koplampen van een vrachtwagen over de heuvel kwamen gaf hij gas. Het laatste dat hij hoorde was het helse lawaai van de claxon.
Lupko Ellen

19.
Nadat Jan die zondag voor de vijfde keer de bal uit het net had gehaald ging hij zitten. Hij trok zijn voetbalschoenen uit en gooide die in de struiken achter het doel. Toen hij het veld verliet sloeg hij de verdediger die naar hem toe kwam lopen neer met een directe linkse hoek die je van zo'n kleine man niet zou hebben verwacht.
Lupko Ellen

18.
Wegens scheiding huis te koop voor de halve prijs. De andere helft kunt u aan mijn ex voldoen, dat kreng. De zandbak neem ik mee na de overdracht.
Lupko Ellen

17.
De eend zwom nieuwsgierig naar het lijkbleke gezicht dat half onder, half boven het water dreef. Ze pikte in de neus, waar een stukje afviel.  Haar woerd die net naast haar was geland at het smakelijk op. Lupko Ellen

16.
Het waaide hard die dag, maar de zon scheen. De wiek waaraan Willem was vastgebonden zwierde rond, waarbij zijn hoofd op het laagste punt door de brandnetels vloog. Had hij maar van haar af moeten blijven. Lupko Ellen

15.
Doe mij maar een bier!
Zijn buik glanst als zij hem verleidt met haar castagnetten.
Ze zullen hem nooit vergeten, zijn voetbalvrienden.
Kees Schrijvers

14.
Groen van kroos kruipt hij de vijver uit.
Achter hem verdwijnt zijn auto met een luide kreun langzaam onder water.
Misschien had de TomTom toch réchtsaf gezegd
Jolanda Abbes 

13.
Hij keek achterom terwijl hij zich vastklemde aan de boomstam, drijvend op  zee.
De punt van de kano stak nog net boven water, samen met de zwarte krullen van Lia.
Nooit, maar dan ook nooit weer, zou hij nog met een vrouw op een onbewoond eiland gaan wonen.
Janine Spoelman

12.
Zij stak de sigaret met een lucifer aan en even zag zij een glimp van zijn verbrandde gezicht en helblauwe ogen.
Tranen branden, zijn hijgende adem stinkt naar alcohol , het zweet druppelt langs haar wangen en niemand, die het ziet.
Nooit meer zal zij in staat zijn om de oorlog in te gaan als vrijwilligster van het Rode Kruis
Nathalie Everts

11.
Beste Erna, ik zag dat u mijn man sms-jes stuurt met sexueel getinte boodschappen?
Mag ik daar namens mijn man en mijzelf hartelijk voor bedanken!
Hij is helemaal vrolijk de hele dag, doet alle huishoudelijke klusjes fluitend en loopt de hele dag te zingen, ik zeg: " doorgaan". Chantal.
Eric de Groot

10.
Kleuters glijden, wippen en draaien; moeders kletsen of lezen de ochtendkrant.
Nu markeren stukken tape op de speelmatten het silhouet van een lichaam.
Op de rand van de lege schommel blinkt nat rood in de avondzon.
Janneke Heimweg

9.
'Het was kermis op de brink, je droeg een blauwe ruitjes blouse en je stelde voor om samen in de drie engste attracties te gaan. Ik was meteen verkocht'. Ze snikte hevig voordat ze aan haar laatste zin begon: 'ik zal je nooit vergeten'.
Tine Noorda

8.
Het verleiden van benevelde mannen in een club is voor de namaak blondine Ella onderhand een routineklus. Thuis gekomen schopt ze haar rode pumps in een hoek en trekt haar korte jurkje met pantermotief over haar hoofd, het badschuim kleurt roze terwijl ze met een spons de bloedspetters van haar lichaam boent. Opgefrist, gekleed in een warme trui en spijkerbroek, loopt ze naar een bijgebouw in haar tuin terwijl ze "kitty kitty kitty" roept, komt Harold, haar panter, aangelopen en kauwt gretig op het aangeboden verse vlees.
Janine Spoelman

7.
De lucht zinderde nog na van zijn bekentenis dat het gras aan de overkant groener was.Ze schonk langzaam een glas wijn in, glimlachend.
'Gelukkig ben ik zelf ook iemands overkant.'
Astrid Ottes

6.
Ze keek toe hoe de kist met haar moeder uit het sombere huis werd gedragen.
In haar hand nog het stuk groene zeep waarmee ze haar mond had moeten wassen.
'Gelukkig!' had ze gezegd.
Astrid Ottes

5.
'Hij is dood,dóód,dóód!!' schreeuwde ze de bandleden toe.
Er had een laagje ijs gelegen op de Afsluitdijk.
Hij was als enige op de motor naar het concert in Friesland gereden.
Astrid Ottes

4.
Na een tijd van kwakkelen en verontrustende symptomen, ging het toch weer beter. Tot mijn verbazing had ze zelfs voor het eerst weer eens een fietstochtje gemaakt, maar 'snachts is ze met een hersenbloeding uit haar bed gevallen. Ze heeft waarschijnlijk niet eens gemerkt dat ze de grond raakte.
Rob Engelsman

3.
Ze speelden op het strand.
Saskia knikte instemmend op Kees zijn vraag of ze samen een kasteel zouden gaan bouwen.
Om 6 uur was het water op zijn hoogst.
Geeske Planten

2.
 "Jij bent deze keer aan de beurt" zei haar collega van de opruimingsdienst.
Ze schraapte het laatste stukje van het spoor en vond een ketting met hanger.
Voorzichtig maakte ze hem open en keek verschrikt in de ogen van haar jongere zelf...
 Sylvia Groener

1.
Het was zijn eerste dag.
's Avonds werd hij belaagd door al zijn drie celgenoten.
Hij won.
Sylvia Groener

donderdag 5 januari 2012

Annemieke, een verhaal in 1001 woorden


Annemieke

Na vijfentwintig jaar ziet ze er nog hetzelfde uit als toen. Misschien heeft ze meer volume, maar nog steeds lange blonde krullen, de nieuwsgierige blik achter een zwartroze bril en die mooie volle mond.

Hij stelt zich voor hoe hij er in haar ogen uitziet. Nog steeds dezelfde? Hij dacht het van niet. Zijn bollende buik en de weggetrokken haargrens hebben van hem een oude man gemaakt, denkt hij bitter.
Eigenlijk had hij helemaal niet naar de reünie gewild. De hele avond vragen hoe gaat het? en antwoord geven op de vraag en wat doe jij tegenwoordig?, daar heb ik absoluut geen zin in, riep hij door de telefoon tegen zijn oude schoolvrienden, die niets van zijn bezwaren wilden weten. Je gaat gewoon mee, Geert, of je nu wilt of niet!
Hij had toegegeven.

Geert ziet haar naar hem kijken. Ze laat haar ogen even op hem rusten en wendt dan haar hoofd weer af. Ze herkent me niet eens, zie je wel. Hij loopt naar de bar voor een glas whisky. 

Vijfentwintig jaar geleden. De eerste les Nederlands in de vierde havo. Hij zat alleen op de voorste rij, de tweede bel was gegaan en de les was begonnen.
Na vijf minuten opent een blozend meisje met blonde krullen en een enorme geelzwarte bril de deur en komt, sluipend op haar gympen, de klas in. Ze heeft het verplichte briefje van de conciërge in haar hand. Dus, Annemiek, zegt meneer Prins, het jaar begint, zoals het geëindigd is.
Sorry, meneer, lekke band, echt waar! bloost Annemiek.
Ga daar maar zitten, wijst Prins,dan kan ik je dit schooljaar extra in de gaten houden.
Zo werd Annemieke naast hem geplaatst. Ze is er niet meer weggegaan. Annemieke was een zittenblijver. Een jaar ouder dan hij.
Al snel zitten Annemieke en hij ook in andere lessen naast elkaar. Op haar zolderkamer maken ze huiswerk en worden ze stoned van rode Libanon. Ze praten over muziek en kunst, over God, over het communisme en het kapitalisme, over voetbal en gedichten, over hun familie, over drugs en de liefde.
Ze praten over de vriendjes waar Annemieke mee zoent. Ze zijn veel te klein en het zijn altijd jongens die op zoek zijn naar moederliefde, concludeert Geert vrolijk. Het schooljaar verstrijkt in hoog tempo.Onafscheidelijk zijn ze dat jaar.
De zomervakantie nadert. Geert gaat tomatenplukken voor zijn vakantiegeld. Waar hij heen gaat, weet hij nog niet. Annemieke staat achter de kassa bij de HEMA. 
Geert, vraagt Annemieke, wat zou je ervan zeggen als wij twee, als wij…?
Wij? Op vakantie? Mag jij dat van je ouders?
Vast wel! Jij?
Ik denk het wel.
Zo komen ze tot het besluit: Annemieke en Geert gaan naar Engeland. Liften naar Oostende, overvaren naar Dover en dan twee weken kamperen. Ze dragen allebei een rugzak van elf kilo.          
De eerste nacht kamperen ze op een camping bij Dover. Ze drinken bier, blowen een joint, praten, lachen, giechelen en ritsen de slaapzakken aan elkaar. Voorzichtig, heel voorzichtig zoenen ze. Haar hand op zijn heup, zijn hand op haar billen. Ze strelen en kussen.
De volgende morgen durft Geert  Annemieke niet aan te kijken. Zij heeft daar geen last van. Ze babbelt er op los, gaat brood kopen en komt terug met twee grote mierzoete gebakjes en een pak melk. Geert weet zich geen raad met haar, het liefst lag hij nog in de donkere tent met zijn hete lijf tegen haar koele billen. Het liefst wilde hij, dat hij dat niet wilde.     
Ze moeten 14 kilometer lopen die dag, heuvel op, heuvel af. Zwetend komen ze bij de volgende camping aan. Annemieke wil samen onder één douche. Daar gebeurt het.
Ze doen het voor de eerste keer. Neuken.
Later, in de tent, doen ze het nog eens over. Geert is overdonderd, heftig opgewonden en hopeloos verward. De volgende dag kijkt Annemieke af toe met een bezorgde blik naar hem, ze vraagt wat er is, maar hij zegt niks terug. ’s Avonds huilt Geert, zachtjes. Zij mag hem niet troosten. Hij wil geen moederliefde. Zij streelt hem, maar hij streelt haar niet terug.
Zijn hoofd zit op slot, hij kan geen woord uitbrengen en hij snapt zichzelf niet.

De derde dag gaat in een gespannen stilte voorbij en ’s avonds, in de tent, zegt Geert dat hij naar huis wil. Annemieke schrikt. Ze snapt het niet en vraagt of zij iets fout heeft gedaan. Geert zegt dat het aan hem ligt, dat hij in de war is en dat zij niets fout doet. Die nacht huilt Annemieke zachtjes in haar slaapzak. Geert kan haar niet troosten, Hij voelt zich een klootzak.
Op de boot naar Oostende koopt hij een fles whisky, die ze samen opdrinken. De wind waait te hard. Lijkwit en onder de kots komen ze in België aan.           
Geert bestelt zijn derde glas.
Er klopt iemand  op zijn schouder. Hij draait zich om en kijkt in de stralende ogen van Annemieke. Herkende je mij niet? vraagt ze, ben ik zo veranderd?
Nee, eh, ja,stamelt Geert, ik herkende je wel, Annemieke. Je bent helemaal niet veranderd. Ik zag je wel.
Annemieke geeft hem twee klapzoenen. Op elke wang een.
Ze komen er niet onderuit. Zij vraagt hoe is het met je? en hij vraagt wat doe je nu?
Annemieke is getrouwd, heeft drie kinderen en een winkeltje in bijouterieën. Ze is enthousiast en vrolijk. Ze zegt:
Jongen, jongen, als jij eens wist, Geert!      
Als ik eens wist, wat?
Ik denk nog elke dag aan je! 
Dat meen je niet.
Jij was de liefde van mijn leven, echt waar!
Geert voelt zich ongemakkelijk, verlegen en ook een beetje gestreeld. Hij bloost.
Wil je weten waarom, vraagt Annemieke.
Geert knikt.
We konden altijd zo goed praten. Met jou kon ik overal over praten. Dat heb ik daarna nooit meer gehad!
Ze kust Geert nu op zijn mond. Annemieke draait zich om en loopt naar de dansvloer. Even aarzelt hij, dan zet hij zijn glas whisky op de bar en volgt haar.