Dit is een verhaal uit het project Bij Nacht en Ontij van Doktersdienst Groningen en www.dewebschrijvers.nl
Heb jij ook een verhaal over medische noodsituaties in avond, nacht of weekend? Schrijf het op en stuur het in. Het kan tot 1 september 2012.
Slechte film
door Amelia Kloppenberg
Met hartkloppingen in mijn keel kijk ik hem aan. Donkere ogen kijken dreigend op me neer. Wat moet ik doen, hoe krijg ik hem rustig?
Tegen tien uur ’s avonds zijn ze met z’n drieën op de huisartsenpost
gekomen. Een jonge moeder, ik schat haar rond vijfentwintig jaar, haar
dochtertje van twee en de man. De man is ouder, een jaar of veertig,
lang en grof gebouwd en lijkt niet helemaal te passen bij zijn jonge
tengere vriendin. De moeder is zichtbaar onrustig en vertelt dat het
kind sinds vanavond suf en koortsig is. Ik onderzoek de peuter, maar kan
niets ontdekken dat het verhaal van de moeder kan bevestigen. Het
meisje speelt, is alert en lacht naar me. Ze wil er vandoor gaan met
mijn oorthermometer terwijl ik haar temperatuur opneem. Geen koorts.
Rustig leg ik uit wat mijn bevindingen zijn en dat ik op dit moment geen
afwijkingen kan vinden. Ik vraag de moeder nogmaals haar verhaal te
doen, maar er komen geen nieuwe dingen naar voren. Ik probeer ze gerust
te stellen en stel voor dat ze naar huis gaan en het aankijken. De
moeder lijkt gerust en maakt aanstalten om afscheid te nemen. Dan staat
de man op en slaat met zijn beide vuisten op de tafel. Mijn spullen
vallen van de schok op de grond en ik schrik me wezenloos! Ook de moeder
schrikt van de reactie van haar vriend. Ze probeert hem tot rust te
manen, zonder succes. ‘Nee, deze dokter probeert zich er gemakkelijk van
af te maken, maar zo doen we dat niet,’ sist hij tegen haar. Het meisje
begint te krijsen en de man gaat volledig door het lint. Met kracht
gooit hij mijn massief eiken tafel omver. Ik spring nog net op tijd
achteruit. ‘Wat wilt u van mij?’ Ik hoor mijn stem overslaan. Hij
antwoordt niet en stapt met zijn langen benen over de omgegooide tafel.
Met uitgestoken handen reikt hij naar mijn hals. Ondertussen heb ik de
spreekkamerdeur met een grote zwaai open kunnen gooien. Mijn assistente
komt op het lawaai af gerend. De man heeft zijn handen teruggetrokken.
Iedereen is geschokt. Vastgeklemd sta ik tussen de muur en de man. Ik
voel de nabijheid van zijn grote lijf. Ik voel zijn adem in mijn
gezicht. Ik ruik de koffie die hij in de wachtkamer heeft gedronken. Met
hartkloppingen in mijn keel vraag ik hem nogmaals wat hij van mij wil.
‘Ik wil dat je haar helpt!’ schreeuwt hij in mijn gezicht. Met
dichtgeknepen ogen tast mijn linkerhand het tafeltje naast mij af, op
zoek naar iets…..iets bruikbaars, maar mijn vingers vinden alleen maar
pleisters en mijn stethoscoop. Ik houd mijn stethoscoop omhoog en stel
voor dat ik het meisje nog een keer zal onderzoeken. De man reageert
niet. Zijn vriendin smeekt hem om mij met rust te laten. Koortsachtig
probeer ik iets te bedenken. Ik begrijp niet waarom dit gebeurt, ik
begrijp zijn reactie niet. De politie, gebeld door mijn assistente,
arriveert met zwaailichten en sirenes. Het voelt onwerkelijk, alsof ik
in een slechte film zit. Twee agenten stappen mijn spreekkamer binnen.
Ze grijpen de man vast en sleuren hem mee naar buiten. De man worstelt
en stribbelt tegen maar de grip van de agenten is stevig. Over zijn
schouder schreeuwt hij dat hij vanavond nog wel even terug zal komen.
Zijn vriendin rent ze achterna. Met het krijsende meisje op haar ene
arm, probeert ze met de andere de politieagenten lost te rukken van haar
vriend. Met veel kabaal zet de chaos zich buiten de deuren van de
huisartsenpost voort. Geschokt blijf ik achter met mijn assistente. Als
later die avond mijn dienst ten einde is, loop ik over de parkeerplaats
naar mijn auto. Nerveus kijk ik om mij heen en met een zucht van
opluchting steek ik met trillende handen de sleutel in het contact. Ik
kijk naar beneden en ik zie donkere vlekjes op mijn rok. Tranen rollen
over mijn wangen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten