dinsdag 22 mei 2012

Slechte film

Dit is een verhaal uit het project Bij Nacht en Ontij van Doktersdienst Groningen en www.dewebschrijvers.nl
Heb jij ook een verhaal over medische noodsituaties in avond, nacht of weekend? Schrijf het op en stuur het in. Het kan tot 1 september 2012.   

Slechte film
door Amelia Kloppenberg

Met hartkloppingen in mijn keel kijk ik hem aan. Donkere ogen kijken dreigend op me neer. Wat moet ik doen, hoe krijg ik hem rustig? Tegen tien uur ’s avonds zijn ze met z’n drieën op de huisartsenpost gekomen. Een jonge moeder, ik schat haar rond vijfentwintig jaar, haar dochtertje van twee en de man. De man is ouder, een jaar of veertig, lang en grof gebouwd en lijkt niet helemaal te passen bij zijn jonge tengere vriendin. De moeder is zichtbaar onrustig en vertelt dat het kind sinds vanavond suf en koortsig is. Ik onderzoek de peuter, maar kan niets ontdekken dat het verhaal van de moeder kan bevestigen. Het meisje speelt, is alert en lacht naar me. Ze wil er vandoor gaan met mijn oorthermometer terwijl ik haar temperatuur opneem. Geen koorts. Rustig leg ik uit wat mijn bevindingen zijn en dat ik op dit moment geen afwijkingen kan vinden. Ik vraag de moeder nogmaals haar verhaal te doen, maar er komen geen nieuwe dingen naar voren. Ik probeer ze gerust te stellen en stel voor dat ze naar huis gaan en het aankijken. De moeder lijkt gerust en maakt aanstalten om afscheid te nemen. Dan staat de man op en slaat met zijn beide vuisten op de tafel. Mijn spullen vallen van de schok op de grond en ik schrik me wezenloos! Ook de moeder schrikt van de reactie van haar vriend. Ze probeert hem tot rust te manen, zonder succes. ‘Nee, deze dokter probeert zich er gemakkelijk van af te maken, maar zo doen we dat niet,’ sist hij tegen haar. Het meisje begint te krijsen en de man gaat volledig door het lint. Met kracht gooit hij mijn massief eiken tafel omver. Ik spring nog net op tijd achteruit. ‘Wat wilt u van mij?’ Ik hoor mijn stem overslaan. Hij antwoordt niet en stapt met zijn langen benen over de omgegooide tafel. Met uitgestoken handen reikt hij naar mijn hals. Ondertussen heb ik de spreekkamerdeur met een grote zwaai open kunnen gooien. Mijn assistente komt op het lawaai af gerend. De man heeft zijn handen teruggetrokken. Iedereen is geschokt. Vastgeklemd sta ik tussen de muur en de man. Ik voel de nabijheid van zijn grote lijf. Ik voel zijn adem in mijn gezicht. Ik ruik de koffie die hij in de wachtkamer heeft gedronken. Met hartkloppingen in mijn keel vraag ik hem nogmaals wat hij van mij wil. ‘Ik wil dat je haar helpt!’ schreeuwt hij in mijn gezicht. Met dichtgeknepen ogen tast mijn linkerhand het tafeltje naast mij af, op zoek naar iets…..iets bruikbaars, maar mijn vingers vinden alleen maar pleisters en mijn stethoscoop. Ik houd mijn stethoscoop omhoog en stel voor dat ik het meisje nog een keer zal onderzoeken. De man reageert niet. Zijn vriendin smeekt hem om mij met rust te laten. Koortsachtig probeer ik iets te bedenken. Ik begrijp niet waarom dit gebeurt, ik begrijp zijn reactie niet. De politie, gebeld door mijn assistente, arriveert met zwaailichten en sirenes. Het voelt onwerkelijk, alsof ik in een slechte film zit. Twee agenten stappen mijn spreekkamer binnen. Ze grijpen de man vast en sleuren hem mee naar buiten. De man worstelt en stribbelt tegen maar de grip van de agenten is stevig.  Over zijn schouder  schreeuwt hij dat hij vanavond nog wel even terug zal komen. Zijn vriendin rent ze achterna. Met het krijsende meisje op haar ene arm, probeert ze met de andere de politieagenten lost te rukken van haar vriend. Met veel kabaal zet de chaos zich buiten de deuren van de huisartsenpost voort. Geschokt blijf ik achter met mijn assistente. Als later die avond mijn dienst ten einde is, loop ik over de parkeerplaats naar mijn auto. Nerveus kijk ik om mij heen en met een zucht van opluchting steek ik met trillende handen de sleutel in het contact. Ik kijk naar beneden en ik zie donkere vlekjes op mijn rok. Tranen rollen over mijn wangen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten