donderdag 29 maart 2012

Blauwe aardbei

Dit is een verhaal uit het Boekenweekproject van de webschrijvers.nl en had als thema 'Vriendschap en andere ongemakken.'

Blauwe aardbei
door Arjen Bosveld


00:01 Tokio 2063

Vanaf de loopband kijkt Sho, door een met roet beslagen raam, naar het monochrome industrielandschap van de haven. Hij ziet niets nieuws. De routine beweegt zijn lichaam, zet zijn ene voet voor de andere, brengt zijn vinger naar de knop. De routine wast zijn bleke gezicht met het bruine doekje en hard water uit de kraan. Instant noedels, twee minuten. Machinaal werkt Sho het kleffe deeg naar binnen. De verfrommelde kartonnen beker stuitert op het deksel van de afvalbak. Sho laat zich achterover zakken in de zachte leren stoel en de kille stalen pin op de hoofdsteun schuift, met een bevredigende klik, achter in zijn schedel. Hij sluit zijn ogen voor de onwerkelijkheid van zijn fysieke bestaan en opent ze in cyberspace, de virtuele wereld van het internet, waar zijn geest de vorm bepaalt.

00:11 Hibiku slaapt, haar echo draadloos galmend door de virtuele nacht. De dromende geest van een machine, onzichtbaar voor zichzelf, verborgen in een lichaam van vlees en bloed. Ze droomt in cyberspace en zoekt, om gevonden te worden.

Traag tilt Hibiku haar hoofd op en veegt met de mauw van haar trui door een spoor van kwijl op de bar van “Café Noir”. De beat dringt langzaam tot haar door. Een hypnotiserende combinatie van oeroude Afrikaanse djembé ritmes en Arabische klaagzang. Ze sluit haar ogen en herhaald de laatste beelden uit haar droom. Naakt rennend door een eindeloos golvend lavendelveld. Naast haar rent een logge panda, Sho’s avatar. Hij brult, zij lacht.

 Met een klap zet Amé een whisky in het kwijl. Vanachter de bar buigt Amé haar schaamteloos geëtaleerde decolleté over het glas en fluistert in Hibiku’s oor: "Van kuifmans". Een schuin knikje naar de indrukwekkende hanenkam, op de kruk naast Hibiku. Hij staart in de spiegelmuur. Ze neemt het koude glas in haar hand, nipt haar whisky en ontwijkt zijn blik.

De danseres glijdt, gracieus als een boa constrictor, langs de paal voor kuifmans, naar beneden. Slank gespierde benen buigen. Haar billen raken de bar. Hij lijkt onverstoord, gefocust op Hibiku’s spiegelbeeld dat schuil gaat achter de kronkelende drakentatooage op de rug van de danseres.
  Als je wilt voelen wat voor drugs er door de paaldanseres heen gieren, plug je in. Je steekt één van de kabels uit het plafond in de metalen opening achter in je nek en overspoelt jezelf met een tsunami van kunstmatig versterkte endorfine en serotonine. Terwijl je eigen handen over jouw, haar lichaam glijden, baad je in haar eindeloze extase, om na 10 seconden weer teruggegooid te worden in je eigen sensorium, als je vergeet je betaalkaart in de gleuf te schuiven. Connecties zonder connectie.
  Chique tent, Hibiku weet het, maar ze maakte taartjes voor Amé in de zandbak en nu krijgt zij gratis drank. Dus de rij kuthongerige haantjes, die op de spiegelbar, in wit, hun coke-ego’s openlijk uitlijnen, heeft ze niet nodig voor haar fix. Ze rekt zich uit op de barkruk, ziet boven haar een fijne witte mist door de bundels licht heen drijven en gaapt. Er is iets fundamenteel mis met je als je alleen nog goed kan slapen in een verkankerd cokehol met een halve fles Ol’Flakey dubbel malt in je bloed.

Hibiku trekt de hanenkam naast haar van zijn kruk en sleept hem, aan zijn vuige leren stropdas, naar de ruimte waar je dingen doet die het barlicht niet verdragen. Als zijn handen over de tatoeage van een blauwe aardbei glijden, voelt ze Sho. Er vibreert iets onder zijn vingers. Hij kijkt aangenaam verrast, tot ze een metallic roze pen uit haar achterzak vist. Haar gezicht gloeit op met het rode licht van de display. ”Lifeline Sho: 00:36 Toestand kritiek..  Failsafe geweigerd.. Handmatig uitpluggen geadviseerd” scrolt er over de lengte van de pen. “Verdomme Sho, stomme plugjunk,” mompelt ze, en loopt de donkere ruimte uit. Genegeerd zakt kuifmans tegen de muur. Hij zucht, snuift en veegt zijn neus, “Kuthoer.”

Sho, een suïcidale internetverslaafde met drie keer Hibiku’s IQ, die bij de haven in een zeecontainer woont, is haar charity case. Hij is zijn huis al maanden niet uit geweest. Elke vrijdag gaat ze bij hem langs en ruilt Suhi en Onigiri, een soort gevulde rijstballen, voor een gevoel van menselijkheid en de geruststellende gedachte dat hij meer reden heeft voor zijn suïcidale neigingen dan zij voor die van haar.

De pen klikt onder haar duim, ”Subject Sho: 00:42 Adrenaline +67 .. 00:44 Hersengolven instabiel”. Hibiku beukt zich door de nachtelijke massa van Roppongi Tokio metro station. “00:52 Hartslag onregelmatig”, rennend door de steeds smallere tunnels diep in de gatenkaas van Tokio realiseert ze zich dat ze het niet gaat redden. Buiten adem zakt ze tegen een betonnen muur, schuift de roze pen in haar nek, sluit haar ogen en opent ze in cyberspace.

Ze staat in een dicht bos van huizehoge bamboescheuten die zachtjes wiegend het zonlicht verdelen in gouden banen die over groenbruin loof en zwarte aarde dansen. Naast haar ligt een pandabeer, zwaar ademend in een plas met water.
 Sho voelt haar handen door zijn natte vacht. Hij zucht, en probeert de geur van vers bamboe op te snuiven, maar de biologische functies die zijn menselijk lichaam leven geven, zijn niet meer. Hij kijkt haar aan, zijn focuspunt van angst en hoop. Eén angstige blik en dan, ontspanning.
Rustig nu. Hij laat haar los, de enige verbinding die hij nog voelt tot de fysieke wereld, en geeft zich over. Terwijl Sho wegzakt in het maatloos zwarte niets, ziet hij Hibiku, scherp afgetekend tegen het virtuele licht. Een onmenselijk snelle stroom van eentjes en nulletjes. De ziel van een machine, is getuige van zijn menselijkheid.

Kokhalzend plugt Hibiku uit. Sho’s angst, zijn pijn, zijn liefde, zijn dood resoneren in haar lichaam. Struikelend verdwijnt ze in de reddeloze leegte van het drukke ondergrondse Tokio. 

 23:59 Hibiku slaapt. Ze weet niet dat ze lekt. Haar echo draadloos galmend door de virtuele nacht. Ze droomt tot ze wakker wordt en zichzelf ziet met andere ogen, de ogen van de machine in haar hoofd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten