vrijdag 13 april 2012

Rob Engelsman: Melissa


Dit verhaal is geschreven in het kader van het Boekenweekproject van dewebschrijvers.nl met het thema "Vriendschap en andere ongemakken" 

Melissa
door Rob Engelsman

Het begon bij het doorgeefraam naar de keuken van het eethuis. Ik was haar naam kwijt. Dus ik vroeg het nog maar een keer.
"Melissa", zei ze en ze lachte zo lief.
Daarna moet zich soms iets hebben afgespeeld wat op flirten leek, maar hoe zat het ook alweer. Heel onschuldig in elk geval. Zoiets als telkens gedag zeggen en later weer afscheid nemen, maar iets nadrukkelijker dan normaal en dan die glimlach.
Schattig blond meisje, heel jong, ze deed stage hier voor haar opleiding. We praatten ook wel eens. Ze had ergens gesolliciteerd. Maar ze wilde daar tóch niet werken, vertelde ze. Het was hier veel prettiger.
“En vind je de mensen hier ook aardig?" vroeg ik.
"Ja".
Toen kwam de overmoed.
"En je vind mij zeker ook leuk"
Ik dacht dus niet: Wat moet zo'n mooi jong meisje met zo'n dikke oude man? Nee, Ik dacht niets. Het kwam er zomaar uit en ze zei:
"Ja."
Dat was flirten, daar kon ik niet omheen.
 
De maandag daarna bij het afrekenen boog ze zich over de toonbank naar me toe en ze glimlachte weer zo lief en vroeg:
"Wat komt u doen? Afrekenen, of zullen we een goed gesprek hebben?"
Verdomme, ze was nog geestig ook!

Dinsdag was ik er weer. Ik rustte niet voor ik haar gevonden had, ergens achterin de keuken. Ik zei haar nadrukkelijk goedenavond. Meer niet en toen ik naar huis ging, liep ik weer de keuken in zei: "tot ziens Melissa," en liep weg.
Ik was al bijna bij de buitendeur, toen ik een luide kreet hoorde.
Ik liep terug.
"Wat zei je?"          
"En u een hele prettige avond nog!" riep ze opgetogen, maar er was iets veel belangrijkers: ze kleurde hevig en glimlachte op zo’n verlegen manier dat ik dacht: die glimlach kén ik.
 Vanaf dat moment was het echt mis.
Wat ik dan altijd doe is drinken en kletsen. Iedereen moet het weten. Wat me overkomen is en dat ik er zo onrustig van wordt.  Ik wil nieuwe kleren kopen en in no-time vreselijk afvallen en mijn snor eraf want die maakt me zo oud en na verschillende borrels begin ik van allerlei te roepen en de volgende dag ben ik bedroefd.
Een vreemd bijverschijnsel was dat ik opeens veel méér oog kreeg voor vrouwen, ook diegenen, waar ik anders niet op lette. Er was iets bij me boven gekomen. Er waren van die gevoelens, zo maar, bij deze en gene. Het is de vraag of ik dat leuk vond. Het leven was immers veel rustiger, toen dat nog niet zo was.
 
Maandag dacht ik dat het beter was, als ik toch geen honger had, om maar niet naar het eethuis te gaan. Ik hád geen honger. Dat kwam door de zenuwen. Maar tegen zeven uur dacht ik: Ik kan toch zo'n beetje die richting uitfietsen? Halverwege kan ik nog omdraaien, maar ik kwam tot in de Ebbingestraat, de Grote Markt, de Vismarkt zelfs …
Ik liep de eetzaal binnen. Geen Melissa.
Ik had nog steeds geen trek, dronk het ene glas port na het andere en praatte wat met kennissen.
Toen heb ik het tenslotte toch maar gevraagd: "Is Melissa er niet?"
"Jawel," zei iemand, "ze komt zo."
Ze kwam en woof en lachte, maar ging eerst andere mensen helpen.
De zenuwen waren gelukkig grotendeels verdwenen, maar ik dronk wel stevig door en ging weer aan een ander tafeltje zitten praten.
 Melissa kwam voor in het zaaltje staan en keek een tijdje rond. Toen zag ze me en kwam naar me toe.
"Ik zag u niet meer!"
Ze kwam erbij staan en weer had ze die prachtige blos tot achter in haar nekhaartjes. Ik vroeg van welke muziek ze hield, want ik wilde haar ooit eens mee vragen naar een popconcert. Ik vertelde haar dat ik  U2 wel mooi vond, omdat dat zulke romantische muziek is. Daar moest ze om lachen. Ze begréép me en bleef maar voortdurend bij mijn tafeltje staan. Ze heeft jonge benen.
Toen viel er een gat. Ziekte ... busstakingen: het kwam erg ongelegen en het duurde zo lang. Wekenlang zag ik haar niet.
Maar ik wist dat er nog een diploma-uitreiking zou volgen van haar opleiding.
In de feestruimte mocht ik op een stoel gaan zitten, maar geen Melissa te zien. Heel lang wachten,  tussen de ouders van de leerlingen.
Tenslotte kwam opeens een hele groep de zaal binnenstormen en yes! daar was ze. Voor het eerst viel me op dat ze lang sluik haar had. Ze was veel mooier dan ik me herinnerde. Er vielen me plotseling meer lichamelijkheden op. Dat verontrustte me. Misschien had ik liever dat ze dat madonnaatje bleef.
Ze zag me niet.

Ze weet natuurlijk dat ik er ben en ze heeft me ook gezien, maar ze negeert me, dacht ik paniekerig. Was het niet beter om weg te gaan, voor het fout liep, zoals ik me voorgenomen had?
Het werd een kwartiertje op hete kolen. Haar blik dwaalde soms tot dicht in mijn buurt, maar ze zag me niet.  Ze had veel plezier met de jongens naast haar en klapte voor iedere kandidaat.
Tenslotte werd ze naar voren geroepen. Ze lachte uitbundig om de toespraak van de lerares. Daarna moest ze haar handtekening zetten.
Ze liep de zaal weer in en tóen zag ze me pas en werd alles weer goed.
 
Ze wuifde, ze lachte en ze kleurde weer.  Ze kwam naar me toe. Stralend!
Ik gaf haar die ene roos die ik meegenomen had omdat een hele bos iets te nadrukkelijk was, vond ik.
"Kom je nog een keer in het eethuis?" vroeg ik aarzelend.
Het was alsof ze me gerust wilde stellen. "Ja hoor, ik hoef niet meer te werken, maar ik kom nog wel een keertje."
"Hopelijk zie ik je dan," probeerde ik.
"Natuurlijk!, op welke dagen bent u er meestal?"
"Maandag "
"Dan kom ik maandag."

Ze was zo lief....
maar ze kwam niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten