vrijdag 6 april 2012

Sacha Landkroon: Excommunicati


Dit is een verhaal uit het Boekenweekproject van dewebschrijvers.nl Het thema was Vriendschap en andere ongemakken. 

Excommunicatie
door Sacha Landkroon

(zomer 2008)
Gebroederlijk leeg naast elkaar, zijn koffiekopje en mijn bierglas. “Bij jou is echt niets zonder betekenis”, hoor ik mezelf zeggen. Elk op een schommel, zitten we in loom tempo door de lucht te zwieren. Onder de zomerhemel lijkt het leven zorgeloos. Maar vanbinnen stormt het. We hebben vannacht ruzie gemaakt, voor de zoveelste keer. Normaal gesproken ga ik zelden over tot excommunicatie, maar de drang om hier een einde aan te maken, wordt bijna ondraaglijk. Hij is negen jaar ouder, en niet half zo volwassen. Maar dat is slechts mijn waarneming; hij beschouwt zichzelf als een goeroe waar ik met mijn puberale hoofdje nog veel van kan leren. Deskundigen zullen zeggen dat hij lijdt aan het syndroom van Asperger. Maar deskundigen zijn niet in de buurt dus kan ik kletsen wat ik wil en zit ik wederom vast aan zijn quasifilosofische prietpraat.
“Die overtuiging waar we het net over hadden”, vervolgt hij, “waar geloof jij eigenlijk in?”
Ik zat er al op te wachten en had gedurende de voorbije seconden afgewogen wat ik zou gaan zeggen. “Pieter, ik ben van mening dat God een menselijke schepping is, en niet andersom.”
Achter zijn brillenglazen schieten groenige ogen vuur. Zweet baant zich een weg door zijn blauwe sweater. Wie trekt zoiets ook aan midden juli? “Kijk, dat is nou weer dat naïeve van jou. Het leven is niet zo ongecompliceerd als jij denkt, ventje. Maar jouw ouders hebben je in een glazen kastje laten opgroeien, en nu weet je niet beter. Dat vind ik heel erg jammer.”
Hij zegt het met een meewarige intonatie. Ik voel een neiging om hem, als de 'kinderlijke' drieëntwintigjarige die ik ben, botweg van de schommel te schoppen. Maar ik besluit de beschaving te laten zegevieren en zo duurt het lome tempo van ons wiegen voort.
“Ik heb geen zin om het weer over mijn vermeende naïviteit te hebben.”
Hij zucht en begint plechtig te oreren over zijn overtuigingen. “Ik heb workshops gevolgd beste Gert, in het land van hoop en dromen. In de The city of angels heb ik mijn bestemming gevonden.”
Ik luister aandachtig, me bewust van het feit dat er nu vast iets memorabels gaat komen. “In Los Angeles heb ik gelijkgestemden gevonden, wij houden daar bijeenkomsten ter ere van Bashar.”
“Wie voor de duvel is Bashar?”
“Bashar is een multidimensioneel wezen, een alomtegenwoordige kracht in het universum. De profeet Darryl Anka is zijn medium, de man die hem kanaliseert.”
Ik weet al maanden dat Pieter een vreemde kostganger is, maar wat me hier overkomt had ik niet verwacht. Een multidimensioneel wezen, hoe verzin je het. Dergelijk sektarisch gedoe is enorm ver van mijn veilige bedje. Maar voor ik van de verbazing bekomen ben, vervolgt hij: “Onthoud dat oorzaak en gevolg dezelfde gebeurtenis zijn. Je hoeft niet te wachten op een reden om gelukkig te worden om je te realiseren dat het je uiteindelijke doel is om gelukkig te worden. Schep voor jezelf het effect van gelukkig zijn en je zult in je dagelijkse leven alle beginselen van geluk automatisch toepassen, gewoon omdat je dat wilt.”
Hij probeert al een tijdje de folie van de uit zijn tas getrokken Mars los te peuteren en het lukt hem maar niet. “Gloeiende gloeiende theezakjes, verdomme nog aan toe”, mompelt hij.
Mijn vraag of dit nu een beginsel van geluk in het dagelijks leven is, valt volkomen verkeerd. Een periode van minutenlang pijnlijk zwijgen volgt. Net nu begin ik er lol in te krijgen. Ik besluit te wachten tot hij het gesprek hervat en neem me voor een enorm punt te maken van het eerstvolgende onderwerp dat hij aanroert. We schommelen nog steeds in loom tempo voort.
Heb je gehoord van de nieuwste telefoon van Apple?”.
Ja vaag, wat is daarmee dan?”.
Ze hebben hem iPhone genoemd en je kunt er werkelijk alles mee.”
De opsomming van wat je er allemaal mee kan doen, neemt minuten in beslag. De man begint me op mijn zenuwen te werken. “Kun je er ook mee bellen, Pieter?”
Als door een wesp gestoken zegt hij: “Natuurlijk sukkel, oh sorry voor dat nare woord, maar ik vind het behoorlijk vervelend dat je zo denigrerend reageert. Eigenlijk beschouw ik de iPhone als hedendaagse Almachtige.”
Wablief?”
De iPhone is wat mij betreft de nieuwe God”.
Dit is mijn kans. Aanpakken die gast! Ik schommel niet langer in een loom tempo voort. “Je gaat te ver Pieter, je weet dat ik niet religieus ben, maar zelfs dan vind ik het heiligschennis om een stuk elektronica tot God uit te roepen.”
Pieter vertoont de eerste tekenen van een woedeaanval. Hij stipuleert nogmaals dat de iPhone het nieuwe scheppersconcept is. Apple als vader, de iPhone als zoon en Steve Jobs als de profeet annex Heilige Geest. Eigenlijk was dit mijn bedoeling niet: nu ben ik degene die de woede-uitbarsting niet langer in kan houden. Dat eeuwige geleuter van hem, met zijn diepzinnige zielenroerselen. In de periode dat ik hem ken, is dit ongeveer de tachtigste ridicule theorie die ik moet aanhoren. “Wie denk je wel dat je bent met je idiote iPhone en je moderne scheppingstheorie”.
Met een woeste beweging sta ik op. Het bierglas smijt ik op zijn koffiekopje kapot. “Kijk maar eens of je iPhone een nieuw glas kan scheppen, loser, en stoof hem anders op met een uitje!”. Met dit sujet ben ik volkomen uitgepraat.

Op de fiets naar huis schiet me een regel uit het Bijbelboek Job door het hoofd: Ogen was ik voor de blinde, voeten was ik voor de lamme. Ik grinnik. Ik ga uit protest een Sony Ericsson kopen! Met de hoogmoedige Steve Jobs en zijn duivelse creaties zal het vast niet goed aflopen. Doe mij maar het boek Job, hoewel ik me niet verbeeld dat ik ogen kan zijn voor blinden zoals Pieter, laat staan voeten voor lammen. Dit besef kun je toch met recht een iOpener noemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten