donderdag 24 november 2011

Jolanda Abbes schrijft


 In het college van Lupko Ellen, op zaterdag 19 november, kregen de deelnemers een schrijfoefening:
1. schrijf op wat je ziet ( Luko loopt van de ene kant van de ruimte naar de andere: staat daarbij een aantal keren stil, kijkt, poseert, struikelt, loopt verder, kijkt uit het raam en wijst).
2. maak van deze beschrijving een spannend verhaal.
Tien minuten krijgen we ervoor. Dit is een resultaat:


Hij zat al uren te wachten aan de bar en pakte het briefje er nog eens bij dat hij die ochtend op zijn bureau had gevonden: “1 uur in Café  Roezemoes, ander bel ik de politi over je vrouw.”
Het briefje verontrustte hem, en niet alleen door de spelfout. Hij was ruim op tijd geweest, had zelfs zijn lunch ervoor moeten missen, en nou kwam er niemand opdagen. Hij stond op en liep richting de deur. Peinzend bleef hij staan. Hoe wist de schrijver van het briefje dat zijn vrouw al zes maanden een jongetje vasthield in de kelder? Diep in gedachten struikelde hij over een tas op de grond, maar het drong niet tot hem door. Pas vlak bij de deur werd zijn aandacht getrokken door iets anders dan zijn eigen gepieker. Er lag een briefje op een tafel in hetzelfde handschrift als het andere briefje: “Waar was je vanacht? Ik heb maatregelen moeten nemen. Het jongetje is vrij, je vrouw ligt in de kelder,” Hij zuchtte een paar keer diep, rolde met zijn ogen en haalde een rode pen uit zijn binnenzak: “ Eindelijk verlost vanm het kreng, mijn dank is oneindig groot. PS-vannacht is met dubbel-n.” 

Jolanda Abbes

Geen opmerkingen:

Een reactie posten