donderdag 17 november 2011

René Appel over zijn schrijfprocedure 1


Vraag aan René Appel:  Hoe gaat dat nou, van idee naar een boek dat uitgegeven wordt?

Rene werkt een idee uit in drie (!), vier, vijf zinnen. Daarna bespreekt hij zijn ideeën met de redacteur van zijn uitgever. Dan wordt er een planning gemaakt, want schrijven is gewoon hard werken.

Je hebt een idee, maar dan begin je niet gelijk te schrijven, want je weet nog niet genoeg.
Je werkt je idee verder uit (ongeveer 1 A-viertje) en daarin besteed je aandacht aan: wie zijn je personages?
Wie, beroep, de onderlinge band tussen de verschillende personages, waar wonen ze, werk, familie, welk karakter etc. De personages zijn belangrijk, die moet je eigenlijk kennen voor je verder gaat schrijven (althans de basiskenmerken).

Bij een kort verhaal begint Rene Appel trouwens wel vaak direct met schrijven.

Vervolgens doe je research. Research maakt je verhaal levensecht en je leert je personages beter kennen. Tevens krijg je meer ideeën over je verhaallijn.Voorbeeld: Rene Appel heeft ooit als personage een dominee aangevoerd, maar heeft zelf geen religieuze opvoeding. Hij is daarom met dominees gaan praten, heeft kerkdiensten bezocht en is kerkblaadjes gaan lezen. (Toen hij zijn boek had geschreven heeft hij het ook nog laten nakijken door een dominee, die er dan onjuistheden uit kan halen. Research doen is leuk. Vraag ook naar de ‘gekke anekdotes’ die men heeft meegemaakt, dat levert vaak leuke verhalen en dus extra materiaal op.
Aanrader Rene Appel: zijn boek ‘Als broer en zus’, die gebaseerd is op een reële zaak uit de rechtbank. (maar ook aangeraden vanwege de structuur). Bij het onderzoek zijn de mensen en hun ervaringen het belangrijkst! Daarnaast gebruik je nog internet etc. Dat is goed voor een basiskennis, maar internet blijft op afstand.

Pas op! Research doen is leuk, maar kan ook tot uitstelgedrag leiden.
’t Kan soms moeilijk zijn om echt te beginnen met schrijven en dan probeer je dat moment uit te stellen.
Soms kan het excuus ook zijn dat je geen goede zin kan bedenken. Rene Appels advies: “Als je de eerste zin niet weet, moet je gewoon met de tweede beginnen”.
Het belang van de eerste zin moet ook niet overschat worden. Er zijn een aantal beroemde eerste zinnen, bijvoorbeeld die uit Nooit meer Slapen van Hermans: “De portier is een invalide.”, maar er zijn ook een heleboel niet fantastisch goede eerste zinnen.
De eerste scene moet goed zijn! Daarmee trek je de lezer het boek binnen.
Bij korte verhalen moet de eerste alinea goed zijn.
 
Vraag: Hoe vul je een karakter van een personage in?
Rene Appel houdt niet van extreme personages. Hij stelt vragen: is deze persoon contactgestoord of niet etc.? Voor het conflict, het verhaal, heb je wel bepaalde karakters nodig.
Om jezelf een houvast te geven, moet je je personages wel eerst ontwikkelen, maar later tijdens het schrijven kan je dat ook weer veranderen als dat voor het verhaal beter uitkomt, er ligt niets vast. (maar dan moet je soms dingen ook weer omgooien / herschrijven).

De namen van personages moeten volgens Rene Appel niet te gewoon, maar ook niet te bijzonder zijn. Als het te gewoon is, is het wat non-descript en als het te bijzonder is, krijgt het een betekenis over het karakter dat je misschien niet wil.
Bronnen: rouwadvertenties, internet, telefoonboek o.a. , maar ook: welke naam is populair in welke tijd? Komt je hoofdpersoon uit de jaren ’80, dan moet ze misschien Sanne heten (omdat dat toen de meest gebruikte meisjesnaam was)

Vervolg morgen

wil je ook een hoorcollege volgen, ga naar www.dewebschrijvers.nl
 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten