dinsdag 22 november 2011

Tine Noorda en Sylvia Groener schrijven

In het college van Lupko Ellen, op zaterdag 19 november, kregen de deelnemers een schrijfoefening:
1. schrijf op wat je ziet ( Luko loopt van de ene kant van de ruimte naar de andere: staat daarbij een aantal keren stil, kijkt, poseert, struikelt, loopt verder, kijkt uit het raam en wijst).
2. maak van deze beschrijving een spannend verhaal.
Tien minuten krijgen we ervoor. Dit zijn twee resultaten:

Lachend begint de thrillerschrijver aan zijn tocht. Na een paar stappen staat hij stil en zet hij zijn handen in zijn zij. Hij glimlacht en denkt na, zo diep dat hij niet doorheeft dat hij wordt gadegeslagen door de vrouw op het balkon. Ze tuurt door de gaatjes in de krant naar beneden. Het is ijzig stil. Nog altijd met zijn handen in zijn zij loopt de schrijver verder en bereikt het eindpunt van zijn tocht, het grote raam aan de andere kant van zijn huis.
Tine Noorda


Ze moest naar de overkant! Maar hoe? Het was donker en ze kon maar net de contouren van de tafels en stoelen onderscheiden. Daar was het geluid weer; zwaar gehijg. Een rilling ging door haar lijf en ze zette snel haar eerste stap. Hij hoorde haar.
Snel dook ze achter een tafel. ‘Ik weet dat je hier bent’ klonk de man hees. Hij kwam op haar af. Ze slaakte een gil. ‘Ah, daar ben je’ hij reikte met zijn hand naar haar en greep mis. Ze stond op, maar hij haakte haar voet, ze viel hard op de koude vloer.
Nog maar een paar meter, daar was de andere uitgang, daar was licht, daar waren nu nog de anderen…
‘Help!’ schreeuwde ze, niemand behalve de man hoorde haar. Nu wist hij haar weer te lokaliseren. Ze voelde zijn zware adem. Hij greep haar schouder. Ze moest en zou die deur bereiken! Met alles wat ze in zich had, rukte ze zich los en greep de deurklink vast.
Sylvia Groener

Geen opmerkingen:

Een reactie posten