woensdag 24 juli 2013

Bruxelles ma belle - Laura van Dee


Brussel, 2010. Buiten miezert het en een groepje Arabische mannen sloft voorbij, luidkeels discussiërend over de zaken des levens. Ze zijn vast op weg naar het theehuis op de hoek van de straat. Op het trottoir voor het theehuis ligt een groen tapijt, waarschijnlijk bedoeld om het lokaal en de buurt iets meer cachet te geven. Tevergeefs. Het tapijt lag er in het begin ongetwijfeld mooi bij, maar nadat honderden mensen er overheen hebben geslenterd is het smoezelig en gehavend.

Ik sta voor mijn raam en leun tegen de vensterbank. Alweer een lege zondagochtend. Ik heb nergens zin in en mijn rechterooglid trilt onophoudelijk. Ik ben moe. Maar van een hele dag in huis zitten wordt een mens niet gelukkig, dus besluit ik naar buiten te gaan.
 
Voor mijn deur struikel ik over de vuilniszakken die daar altijd liggen, ophaaldag of niet. Mijn wandelingen hebben doorgaans geen doel, ik ken immers amper mensen in Brussel. Soms wandel ik vanuit mijn eigen buurt, niet ver van de Grote Markt, via de Antoine Dansaertstraat, vol hippe mode- en designwinkels, richting de armere wijken. In winters Brussel gebeurt er op zondag weinig. De meeste winkels zijn dicht en buiten het stadshart waagt slechts een enkeling zich op straat.

Vandaag heb ik behoefte aan mensen en bedrijvigheid en loop ik naar Manneken Pis. Het mannetje wordt aan het oog onttrokken door rijen Japanners die dit icoon wel eens in het echt wil zien. Ze nemen fotos van familieleden en vrienden poserend naast het Manneken, vandaag gehuld is in klederdracht. Tijdens mijn wandeling word ik bedwelmd door de geuren van van wafels, mossels met friet, en in de Griekse straat gegrild vlees en aangebrande pitabroodjes.

Sinds een paar maanden zit ik op kot in Brussel, in een troosteloze wijk net buiten het centrum. Na het afronden van een master Redacteur in Amsterdam had ik besloten Journalistiek in Brussel te gaan studeren. In Brussel gelden minder strenge toelatingseisen voor die studie en en ook wonen in het buitenland trok me aan. Ik had zin om met nieuwe Belgische vrienden naar musea en films te gaan en speciaalbiertjes te drinken in bruine cafés.

Maar genieten doe ik niet. Ik heb wel wat vrienden gemaakt, maar in het weekend ben ik op mezelf aangewezen. Dan gaan Vlamingen naar hun ouders om hun kleren te wassen en op zondag koffiebroodjes te eten.

Mijn kot ligt aan een doorgaande weg, met voor mijn deur een kruispunt waar dag en nacht auto's optrekken en afremmen. Sommige coureurs draaien harde muziek, allemaal begeleiden ze hun rit met getoeter. Ook binnenshuis is dag en nacht actie. Ik kan precies horen hoe laat mijn nachtbrakende bovenbuurvrouw naar bed gaat en wat de favoriete reggaetonnummers van mijn Roemeense onderbuurjongen zijn.

Elke avond lig ik in bed en pieker. Over mijn drukke studie, over eenzaamheid, over de toekomst. En onderwijl luister ik, naar een ambulance die krijsend voorbij racet, naar twee mannen die luidkeels ruzie maken voor de ingang van de shoarmatent op de hoek, naar mijn buurjongen die met vrienden Kill Bill kijkt. Ik slaap slechts enkele uren per nacht. Het stadium van schaapjes tellen ben ik allang voorbij. Oordopjes, slaappillen en onspanningsoefeningen helpen niet. Overdag sleep ik me naar de universiteit. Ik ben gedoemd altijd wakker te blijven.

En daarom wandel ik. Om niet na te denken. Om me te verwonderen over de man die op straat gekookte slakken verkoopt, over de vrouw die haar gepofte kanstanjes aan de man probeert te brengen. En ja, ook over de vele zwervers die in Brussel op straat liggen, al dan niet dronken.
 
Het begint donker te worden en ik zet koers richting huis. Ja, zo noem ik mijn kot dan toch wel, huis. Tot verbazing van de Vlamingen, die met huis altijd hun ouderlijk huis zullen bedoelen.

Eenmaal thuis ga ik koken. Mijn gedachten zijn beperkt tot de instructies die het recept me geeft en ik hoef nog even niet na denken over de avond die komen gaat. Over een paar maanden zal ik terugkeren naar Amsterdam, weer weldadig slapen en gelukkig zijn. Maar dat weet ik dan nog niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten