dinsdag 23 juli 2013

Verven met water - Jan Bakker

Kom nu direct binnen. Geschrokken en verwonderd kijk ik op. Zo praat oma nooit tegen mij. Wat ze ook zegt, het klinkt altijd lief en geeft mij een vrolijk gevoel. Nu niet. Ik slik de woorden Ja maar de verf is nog nat, in en loop het trapje op. Als ik toch nog even omkijk, lijkt het gras donkerder dan zo-even.
 
Een uur geleden was oma lachend de waranda opgelopen. Ik logeer al twee nachten bij mijn grootouders en kijk nu in een boek met plaatjes, waaronder letters staan, die ik nog niet kan lezen.
Hier, pak maar voorzichtig aan. Oma buigt voorover en reikt met haar ene hand een conservenblik gevuld met water en met de andere hand een schilderskwast aan. Voorzichtig zet ik het blik met water op de houten waranda. Ik kijk naar de schilders-kwast van opa. Een kwast met een mooi bruinhouten steel, zilveren beslag en brede zwarte haren. Ga jij voor opa en oma de waranda maar eens goed schilderen zegt oma vriendelijk.

De overkapte waranda ligt aan de achterkant van het huis en bestaat uit kale grijs-zwarte planken, een hekwerk dat afbladdert en een trapje met drie kale treden, dat naar de tuin leidt Voorzichtig doop ik de kwast in de verf. Tot mijn blijde verbazing zie ik dat, zodra ik met de natte kwast over het hout strijk, er een prachtige zwarte kleur ontstaat. Dat is nog eens schilderen. Dit is veel leuker dan het gepruts op school, waar je eindeloos een nat penseeltje op een kleurtje in een verfdoosje moet houden, om daarna een vlekkerig geheel op papier te krijgen, dat altijd over de lijntjes van je zo mooi met potlood getekende bloem heen drupt. Blij met dit succes verf ik flink door. De planken van de waranda kleuren een voor een prachtig zwart, de laatst geschilderde plank wel veel meer dan de eerste, maar dat spreekt voor zich. Verf droogt. Iets minder mooi worden de houten spijlen, waar nog veel oude verfresten opzitten, maar deze kleine tegenslag wordt weer geheel goed gemaakt door de kale treden van het trapje.

Net wil ik trots en blij mijn schilderwerk bekijken, of oma komt door de keukendeur naar buiten en loopt over de waranda heen naar mij toe.Teleurgesteld kijk ik oma aan. Over natte verf loop je toch niet! Mamma is er ook, zegt oma, als we de keuken inlopen. Opnieuw verwondering. Ik mocht toch een hele tijd bij oma en opa logeren. Mamma en pappa moesten verdrietige zaken regelen, mamma had er bij gehuild, toen ze mij naar oma bracht. Ik loop de huiskamer in en daar zit mijn moeder. Ze kijkt mij met een vreemde glimlach aan. Je mag zo weer met mij mee naar huis zegt ze. Zijn de verdrietige zaken dan geregeld vraag ik, het zinnetje dat vast opgeslagen in mijn geheugen zit naar boven halend. Ja ,zegt mamma, de zaken zijn geregeld. Je vader woont nu in Amsterdam-Noord. Niets begrijpend kijk ik mijn moeder aan, weet niet wat ik moet zeggen, maar voel direct dat je vader vanaf nu bijna een andere man is dan pappa.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten