dinsdag 23 juli 2013

Zielepijn - Janneke Outmans

Ver van de bewoonde wereld zat ik opgesloten tussen vier muren. In mijn verlangen om zelfstandig te worden was ik steeds verder van huis geraakt. Er heerste orde en regelmaat, die ons weer in het gareel moest laten lopen. Van opstaan, waarbij je met harde hand werd gewekt, tot de verdovende slaappil was alles in protocollen vastgelegd.

Koffietijd in de woonkamer, die zoals gewoonlijk blauw van de rook stond. De stoelen stonden opgesteld in een vierkant, of we in een wachtkamer zaten; we wachtten op wat zou komen zonder er enige invloed op te hebben. Onze tijd uitzitten tot het tijd was voor een of ander onderdeel van het dagprogramma.

Vanuit het raam hadden we uitzicht op de buitenwereld, die zo ver weg leek. De kringloop van de seizoenen ging aan ons voorbij. Achter glas, gereduceerd tot kasplantje, groeien op kunstmatige bodem waar amper voeding uit te halen viel, in een verstikkende atmosfeer. Gevangen verlangen. Gevangen in het systeem, verlangend naar wat zou kunnen zijn. Gestraft voor mijn grootste misdaad; zelfhaat. Kon iemand mij vertellen hoe lang ik nog moest zitten?

Carla kwam ons halen voor creatieve therapie; wij sjokten achter haar aan. We maakten knuffelbeesten van een patroon. Deze vullen met watten gaf nog wat inhoud aan het lege bestaan, waarin de dagen doelloos voorbijkropen. Een lichtblauwe zeehond maakte ik. Knuffelig en zacht voelde het kunstbont onder mijn handen, het kon mijn innerlijk verlangen naar warmte echter niet stillen.

Na een korte pauze sjokten we weer naar de eetkamer, waar de broodmaaltijd op ons wachtte. Lisanne zat onrustig op haar stoel te wiebelen. Na haar zwangerschap was ze in de war geraakt. Ze zag er slecht uit en bleekjes. Met de kleren die om haar heen hingen, in combinatie met haar sliertige, vette haren maakte ze een slonzige indruk. Met haar handen haalde ze de korsten van haar brood, wat er op neerkwam dat ze nog een klein, rond stukje brood overhield, dat ze uiterst traag naar haar mond bracht, een mond die meer korsten vertoonde dan haar brood.

Na de maaltijd volgde een plechtig moment. Martijn, de dienstdoende verpleegkundig reikt ieder zijn dosering medicatie uit, als gingen we ter communie. Met een slok water werkten we de pillen weg.
Het enige wat zich aan de grauwsluier onttrok, waren de felgekleurde medicijnen, die in diverse rode, paarse, groene en vele andere tinten in mijn medicijnenbakje lagen. Een hele cocktail, die wel wat weghad van een handje Smarties, zoals we ze ook wel noemden; een zoethoudertje voor de gekwetste ziel, die wanhopige signalen uitzond waar de pijn zat.

De medicijnen versuften me en regelden in mijn systeem, waar ik de controle over was kwijtgeraakt. Het hele bestaan werd zo gemedicaliseerd. Ik had het maar te slikken. Je werd vooral als patiënt gezien; de menselijke maat kwam ernstig in het gedrang. Antidepressiva konden het onbestemde gevoel in me niet verminderen. Een antipsychoticum gunde me slechts kruip-ruimte. Als opgejaagd wild, nergens veilig, verwond in zijn vlucht, uiteindelijk doorzeefd met een regen van loodkogels.

Een proefkonijn leek je wel, waarop diverse middelen werden uitgetest; steeds werd er wat anders geprobeerd om mijn klachten bij te sturen. Voor elke afwijking was een pilletje voorhanden. Het ene middel maakte je het plassen moeilijk; van het andere kreeg je verstopping. En dan kreeg ik een middel, dat de beverigheid die een ander middel als bijwerking met zich meebracht, moest
onderdrukken. Een piepklein pilletje bedwong de enorme angsten die bezit van mij hadden genomen. Van de mooiste namen voorzien maar hun uitwerking was soms verschrikkelijk.

Vooral je eigen ik werd onderdrukt. Je ware zelf diep weggestopt want daar kan men in de hulpverlening het lastigst mee omgaan. Deze omgeving kon je ook maar beter niet voelen, want een troosteloze plek als deze, was op zich al reden genoeg om gek te worden, voor zover je het nog niet was.

1 opmerking:

  1. Ik wil graag je boek lezen als het af is. Of als je iemand zoekt die het wil lezen voordat het af is, dan wil ik dat ook doen. En als het al af is dan wou ik dat ik het al gekocht had. Niet eens omdat ik je schrijfkunst zo mooi vind, vooral omdat ik jou zo mooi vind. Zo echt, zo sterk, zo breekbaar. Ik zag je in een uitzendinggemist van bonje met de buren. Moet je daarbij eerlijk zeggen dat het de eerste aflevering was die ik ooit zag en misschien blijft het daar ook wel bij. Als ik daarmee je boek win en daarmee een stukje van wie jij bent dan was het het kijken van die uitzending in elk geval de moeite waard. Vooral vind ik jou de moeite waard. Dus ik heb wat moeite gedaan en hierbij heb ik je ook gevonden. Althans, een weblog waarvan ik nu slechts deze post heb gelezen en welke me ook erg raakt. Wie ik ben? Gewoon Aurelia. 31 jaar, getrouwd met die man die misschien ook wel als enige op de wereld echt bij me past en samen met hem moeder van 2 ongelooflijke dochtertjes. Ik hoop erg dat ik iets van je zal horen. Mijn weblog is al een poosje niet in gebruik, maar 't komt me nu wel goed uit dat ie bestaat. Oh enneuh... jij bent lang niet gek dacht ik zo! Voor mij ben je goud.

    Groetjes Aurelia

    BeantwoordenVerwijderen