zaterdag 25 februari 2012

Petra van Raad: Vreetfeestje

“Heb jij al een idee voor volgende week zaterdag?
Ik open mijn linkeroog. Peter ligt, met zijn ogen dicht en het dekbed wat teruggeslagen, nog wat na te zuchten van de heerlijke vrijpartij van zojuist.
“Hoe kom je daar nu ineens op?” reageer ik iets te kribbig. Ik roep mezelf direct tot de orde. Peter is een heerlijke vent en ik ben heel blij met hem als mijn vriend voor alweer bijna zeven maanden. Ik schuif lekker tegen Peter aan, sla mijn been om hem heen en geef hem een kus op zijn mond.
“Ik heb wel trek in iets, naast enorme zin in jou”, zegt hij met glimmende ogen, terwijl hij een haarlok uit mijn gezicht wegstopt achter mijn oor. “En ineens moest ik aan ons volgende vreetfeestje denken. En niet zo vies kijken als ik het beestje bij zijn naam noem.”
Ja, het vreetfeestje: een vreemde naam voor een etentje rond elke seizoenswisseling met Peters vrienden uit zijn studietijd, waarbij iedereen een gerecht bereidt. Sinds afgelopen zomereditie mag ik ook meedoen en bestaat de groep uit in totaal acht personen: naast ons tweeën zijn dat de tweeling Freek en Bart, Marc, Sven met zijn vriendin Marieke en helaas ook Nelly, de ex van Peter.
Peter heeft mij verschillende malen verzekerd dat het al bijna twee jaar uit is, dat ze samen hebben besloten om de relatie te beëindigen en dat ze nu als goede vrienden met elkaar omgaan. Inmiddels heb ik Nelly een aantal keren meegemaakt en erger ik me dood aan haar flirterig gedrag, haar irritante lachje en haar pogingen om Peter te charmeren. Ik geloof er dan ook niets van dat zij over de relatie heen is.
Om de gedachtestroom te stoppen spring ik het bed uit en trek mijn badjas aan.
“Een lekker ontbijtje op bed, mien laiverd?” stel ik parmantig voor.
“Daar zeg ik geen nee tegen”, antwoordt Peter, terwijl hij onder het dekbed kruipt.
                                                                                *
Twee dagen later zit ik na het avondeten knus op de bank met een bijlage van het Dagblad van het Noorden als de telefoon gaat. Ik grijp achteloos de hoorn.
“Met Karin.”
“Hé Kaar, Nelly hier. Hoe is het nou?”
Wanhopig kijk ik op van de krant. Nee hè, ons aller Nelly.
“O, goed hoor, en met jou?”
Nelly begint een onsamenhangend verhaal over haar zieke moeder, een doktersbezoek en allerlei jeukende details. Zo nu en dan hum ik op hopelijk het juiste moment, terwijl ik met een schuin oog het krantenartikel probeer te lezen.
“Luister je wel, Kaar?”
Ik schrik op.
“Natuurlijk. Vervelend dat het zo slecht met je moeder gaat.”
Waarom moet ze mij dit allemaal vertellen? Zo goed kennen we elkaar nou ook weer niet. Alhoewel, inmiddels goed genoeg voor mij om een enorme hekel aan haar te hebben. En die zeurderige stem. Ik krijg sterk de neiging om de hoorn erop te gooien.
“Bel je nog ergens voor?” vraag ik wat te bot.
Nelly laat niets merken of heeft het misschien niet eens door.
“O ja Kaar, vind je het goed als ik zo even langskom? Peter heeft in ons receptenboek een heerlijk gerecht van ovenaardappeltjes met spek staan, dat ik graag voor ons volgende vreetfeestje wil maken.”
Ook dat nog. Ik zucht.
“Komt het gelegen? Is Peter er trouwens?”
Wat heeft dat nou weer met het ophalen van het recept te maken? Gewoon een verkapte manier om haar snoes weer te zien.
“Hij is even fitnessen.”
“O, dat is waar. Dan kom ik tegen een uur of negen wel even. Tot zo!”
Draak, denk ik, terwijl ik ophang. Ik zou dat mens wel wat willen aandoen.
Een uur later komt Peter verhit door de achterdeur binnen. Hij gooit zijn sporttas in de gang, ploft naast mij op de bank en geeft me een zweterige zoen.
“Zo, nu een lekker biertje. Ik hoef helemaal niets meer.”
“Nelly komt zo langs. Ze wil een recept meenemen uit jullie receptenboek voor het vreetfeestje”, zeg ik met nadruk op het woord ‘jullie’.
“Hé Kaar, doe even rustig. Het is gewoon een goede vriendin van mij en dat is ze al bijna elf jaar. Maar jij bent mijn liefste.”
Ik krijg opnieuw een natte kus en hij drukt mij stevig tegen zich aan.
Dan gaat de bel en staat Nelly te zwaaien voor het raam.
Net iets te enthousiast springt Peter op om open te doen. In de gang hoor ik ze lachen. Dan komen ze de huiskamer in en zie ik dat Peter zijn arm om haar heen heeft geslagen.
“Kijk eens, ze is naar de kapper geweest. Wat zit het leuk, hè?”
Help, denk ik. Bij mij zag hij vorige week niet dat ik een nieuwe rode jurk aan had, maar een paar centimeter van haar haar af en hij wordt lyrisch.
“Ja, fantastisch.”
Mijn hart slaat een slag over, als ik zie dat ze elkaar glimlachend aanstaren. Tegen dit kleffe gedoe kan ik niet.
“Je kwam voor het receptenboek”, roep ik vastberaden en demonstratief loop ik vlak langs de twee naar de keuken, waar ik met een zwaai het receptenboek uit de keukenla vis.
“Neem het gerust mee, dan krijgt Peter het wel weer een keer terug.”
Ik druk Nelly het receptenboek in handen en met lichte druk begeleid ik de enigszins verbaasde Nelly naar de voordeur.
“Nog een fijne avond en slaap lekker.”
Triomfantelijk doe ik de deur dicht, draai de knip erop en loop terug naar de huiskamer.
“Moest dat nou?” vraagt Peter mij verontwaardigd. Hij schudt moedeloos zijn hoofd, pakt zijn sporttas en loopt de trap op. “Ik ga douchen en dan in bed nog even wat televisie kijken, truste alvast.”
Een beetje beduusd zak ik terug op de bank. Hmm, niet echt een slimme actie, maar toch voelt het ook wel goed.
                                                                           *
Mijn zoektocht twee dagen geleden op Internet naar een lekker herfstgerecht met Gronings accent voor het vreetfeestje bracht me afgelopen middag in het Lauwersmeergebied. Daar gaf de hippe boswachter Ernesto van het Groninger Landschap een rondleiding over de herfstelementen in de natuur. Enorm grote ganzen gezien, zowaar twee eekhoorntjes, verschillende kriebelbeestjes, maar vooral heel veel paddenstoelen. En daar was het mij om te doen. Want zijn paddenstoelen niet het ideale ingrediënt voor een herfstgerecht voor het vreetfeestje, waar Groningse accenten extra waardering opleveren?
Ik had boswachter Ernesto verteld over mijn plan voor een paddenstoelengerecht en daar ging hij in zijn verhaal gretig op in. Hij plukte onderweg drie verschillende soorten paddenstoelen, die ik mee mocht nemen en waarschuwde alle deelnemers aan de rondleiding voor meer en minder giftige soorten. In een opwelling trok ik zo’n giftig exemplaar uit de grond op een moment dat niemand keek en stopte dat in mijn jaszak. Een sluw plan ontspon zich voor mijn ogen.
Met behulp van mijn kookboeken en opnieuw het Internet vind ik uiteindelijk het ultieme gerecht: kleine quiches met paddenstoel, spek en hazelnoot. Omdat Marc niet van nootjes in zijn eten houdt en Marieke zoveel mogelijk glutenvrij wil eten, verzin ik drie varianten. Als ik in een van de keukenkastjes naar de quichevormpjes zoek, zie ik daar ook de speciale kaasprikkers staan, waar je wat op kunt schrijven. Dat brengt me op een idee. Een prikker op elke quiche met ieders naam erop maakt het eenvoudig om voor elk wat wils te bakken. En ik kan mijn giftige paddenstoel in de strijd gooien om Nelly eens een flinke hak te zetten en haar een toontje lager te laten zingen.
                                                                           *
Peter is in een goeie bui als wij zaterdag rond de lunch terugkomen van de wekelijkse boodschappen. Dit keer hadden we twee boodschappenwagens vol vanwege het vreetfeestje vanavond bij ons thuis. Peter gaat een heerlijke pompoensoep maken, daarna is het de beurt aan de hoofdgerechten. Sven en Marieke hebben zich dit keer aangemeld voor het toetje.
Peter en ik dekken alvast samen de tafel in de huiskamer en leggen kastanjes en mooie herfstbladeren ter versiering neer. Eenmaal in de keuken stort Peter zich op het klein krijgen van de pompoen, terwijl ik deeg maak voor de quiches. Vanuit mijn ooghoeken bekijk ik hem. Plotseling heeft hij mij in de gaten en vliegt er een stukje pompoen mijn kant op. Mijn tegenaanval met een hand bloem tovert de keuken al snel om in een slagveld. Peter pakt mij van achter vast en drukt mij tegen het aanrecht. Ik voel zijn handen over mijn benen en billen gaan, eerst over mijn jurk en dan onder mijn jurk. Hij zoent me in mijn nek en pakt een van mijn borsten vast. Ik voel het overal tintelen.
Dan kreunt en trilt Peters mobiel.
“Nee, laat toch gaan”, roep ik vlug.
Maar helaas denkt Peter daar anders over. Hij stapt achteruit en haalt zijn mobiel uit zijn broekzak.
“Peet hier”, antwoordt hij.
Zijn gezicht licht op.
“Nelly, meid! Wat kan ik voor je betekenen?”
O, wat klinkt dat weer vreselijk slijmerig. Ik loop terug naar mijn gedeelte van het aanrecht en begin verwoed het deeg te kneden. In verschillende bakken maak ik de ragouts klaar. Twintig minuten later gaan de quiches met kaasprikkers met namen erop de oven in. Peter is ondertussen verder gegaan met de bereiding van zijn pompoensoep, maar de broeierige sfeer van eerder is verdwenen. Als de quiches klaar zijn, laat ik ze afkoelen, zet ze in de koelkast en maak ondertussen het aanrecht en de vloer schoon. Ik zie op de klok dat ik nog een uur heb om me rustig te douchen en om te kleden. Laat het vreetfeestje maar beginnen.
                                                                          *
Met de pittige pompoensoep oogst Peter veel applaus. Helaas heb ik niet kunnen voorkomen dat Nelly en Peter naast elkaar aan tafel zitten, maar ik hou ze goed in de gaten. Nelly complimenteert Peter met zijn kookprestaties en geeft hem een knipoog en een aai over zijn bol. Marc kijkt haar verbaasd aan en checkt dan bij mij wat ik ervan vind. Ik haal berustend mijn schouders op, maar kook ondertussen van woede.
Dan is het tijd voor de hoofdgerechten. Peter gebaart mij dat ik kan blijven zitten. Even later komt Nelly echter met mijn schaal met acht quiches aanlopen.
“Wat een origineel idee, Kaar, iedereen zijn eigen quiche”, roept ze, terwijl ze de schaal op tafel zet.
Naast mijn quiches komt Marc met een prachtige couscoussalade, hebben Freek en Bart zich uitgeleefd met heerlijk gevulde kipfilets en heeft Nelly vreemd genoeg aspergerolletjes gemaakt met asperges uit blik.
“Weet je nog, Peetie, dat hebben we gegeten op onze eerste verjaardag”, mijmert ze.
De blik in haar ogen laat niets te raden over. Die is nog steeds tot over haar oren verliefd. Met moeite hou ik me in. Ik hoop zo dat mijn plannetje gaat lukken.
“Zullen we lekker gaan eten?” zeg ik en leg een kipfilet op mijn bord.
Iedereen pakt wat te eten en even later zitten we gezellig te kletsen over de mooie zomer die geweest is en vertellen Freek en Bart een hilarisch verhaal over hun raftavontuur in Uganda. Ondertussen hou ik de quiches goed in de gaten. Nelly heeft inmiddels van bijna alle gerechten gegeten, maar haar quiche ligt nog onaangeroerd op de schaal.
Dan gooit Bart in al zijn enthousiasme zijn glas rode wijn om. Ik snel naar de keuken om een doekje te pakken, terwijl Bart bij de kraan zijn overhemd probeert te redden. Met het doekje redden ze zich aan tafel wel. Ik pak in het gootsteenkastje mijn wondermiddeltje en vraag Bart zijn overhemd uit te trekken. Ik smeer de vlek in, wrijf flink en spoel het uit. We hangen het overhemd uit en ik ren naar boven om een van Peters shirts te halen.
Even later loop ik de huiskamer weer in met een groen shirt met lange mouwen. Aan tafel is het gesprek inmiddels heel serieus van aard: Marc vertelt over een collega van hem, die net heeft gehoord dat hij een ernstige darmziekte heeft. Poeh, da’s even andere koek dan een vrolijk verhaal over vakanties. Als ik weer naast Peter aan tafel schuif, zie ik ineens dat alle quiches op zijn. Naast Nelly’s bord zie ik de kaasprikker met haar naam erop liggen. Ik voel een glimlach opkomen, maar hou me vanwege het sombere verhaal van Marc in.
Sven en Marieke sluiten het etentje af met een heerlijk nagerecht: kersenclafoutis met ijs en slagroom. Na nog een lekker kopje koffie met bonbons gaan de meesten ervandoor. Nelly helpt Peter nog met het inladen van de vaatwasser, maar ziet daarna geen reden om nog langer te blijven. Gek genoeg zie ik nog niets vreemds aan haar. Ernesto de boswachter had over de paddenstoelen die ik heb meegenomen, verteld dat je er flink van aan de diarree raakt. Hoe lang zou het duren voordat die paddenstoelen gaan werken?
Als Peter Nelly heeft uitgelaten, komt hij de huiskamer binnen met een mysterieuze glimlach op zijn gezicht. Nee hè, wat is er in het halletje gebeurd?
Maar dan tovert Peter ineens een mooie rode envelop tevoorschijn. Hij moet lachen als hij mijn verbazing ziet.
“Wat is dat nu ineens?”
“Nou, dat is een kwestie van open maken.”
Hij geeft mij de envelop en komt met zijn arm om me heen naast me staan. Ik open de envelop en haal er twee theaterkaarten uit. Kaarten voor een concert van Adèle. Niet mijn favoriete artiest, maar dat is vooral ook omdat Nelly en Peter enorme fans zijn. Peter draait vaak CD’s van Adèle als wij samen in de auto zitten en ik moet eerlijk bekennen dat ik haar muziek erg goed vind. Ik kijk hem aan.
“Alvast voor je verjaardag, ze speelt morgenavond in de Oosterpoort. En ik heb van tevoren een tafeltje gereserveerd bij de Japanner aan de Grote Markt. Zin?”
Ik sla mijn armen om hem heen en geef hem een heel dikke kus op zijn wang. Ik voel zijn handen over mijn rug en mijn billen gaan. Hij zoent mij in mijn nek en fluistert dan in mijn oor: “Lekker naar bed en nog een leuk spelletje spelen?”
“Mmm, dat klinkt heel goed. Kom jij maar lekker mee, beertje van me.” Ik pak hem bij zijn hand en neem hem mee de trap op.
                                                                         *
Als ik de volgende ochtend wakker word, ligt Peter niet naast me. De wekkerradio staat inmiddels op 10:34, dus ik heb een flink gat in de dag geslapen. Ik loop in mijn ochtendjas naar beneden in de veronderstelling dat hij al lekker koffie gezet heeft of misschien wel een ontbijtje klaar heeft staan. Maar in de huiskamer is het koud en is van enige ontbijtactiviteit geen sprake. Waar zou Peter dan zijn? Ik kijk nog even in de bijkeuken, maar daar ziet alles er nog net zo uit als gisteravond. Ik loop terug door de huiskamer en in de gang roep ik zijn naam. Ik meen Peter boven te horen. Ik loop de trap op en vind ook een lege studeerkamer. Als ik de deur ernaast opendoe, zie ik Peter in het logeerbed liggen. Naast het bed staat een emmer. En dan dringt ineens tot me door, wat er gisteren waarschijnlijk gebeurd is: Peter heeft Nelly’s quiche opgegeten. Nee!
Ik loop naar hem toe, ga op de rand van het bed zitten en aai hem over zijn haar. Peter kreunt en doet dat heel voorzichtig zijn ogen open.
Met een beverige stem zegt hij: “O, Karin. Ik voel me zo vreselijk ziek, misselijk, ik heb koppijn en ik heb de afgelopen nacht het complete vreetfeestje uitgekotst. Heb jij nergens last van?”
Ja, ik heb last van een enorm schuldgevoel. Hoe kan ik dit in godsnaam goedmaken? Dan realiseer ik me ineens dat het concert vanavond niet door kan gaan.
Voorzichtig vraag ik: “Denk je dat je vanmiddag al weer een beetje opgeknapt bent?”
Ik zie hem ineen krimpen en snap meteen dat dit niet de goede vraag op het juiste moment is.
Dan pakt hij mijn arm vast. “Ik baal er vreselijk van, maar ik stel voor dat jij er gewoon heen gaat. Ik had vanmorgen Nelly aan de telefoon”, vervolgt hij en hij merkt niet dat ik het ineens heel koud krijg, “en zij wil graag vanavond met je mee. Is dat niet lief van haar?”

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten